Magnesium is, na calcium, kalium en natrium, het meest voorkomende mineraal in het lichaam. Het lichaam bevat circa 25 gram magnesium; 60% daarvan bevindt zich in botten en tanden, 20% in spieren, 20% in andere zachte weefsels. Minder dan 1% circuleert in het bloed; hiervan is een deel als ongebonden magnesiumionen biologisch beschikbaar. Magnesium is betrokken bij meer dan 600 enzymatische reacties in het lichaam. Het is onder meer van belang voor de stofwisseling van eiwitten, koolhydraten en vetten, de zenuwgeleiding, spiercontractie, cholesterolstofwisseling, bloedglucoseregulatie, DNA-replicatie en -schadeherstel, elektrolytenbalans, temperatuurregulatie, detoxificatie en gezonde botten en tanden. Ook op hart en bloedvaten heeft magnesium een gunstige invloed: het helpt het bloed dun te houden, ontspant de bloedvaten en gaat verhoging van de bloeddruk tegen. In Nederland lijkt de gemiddelde inname van magnesium met de voeding voldoende, maar uit verschillende voedselconsumptiepeilingen over de wereld lijkt een magnesiumtekort een groeiend probleem. Een magnesiumtekort komt bijvoorbeeld vaak voor bij mensen die bepaalde medicijnen gebruiken, of meerdere medicijnen tegelijk, en bij mensen met bepaalde aandoeningen zoals diabetes, darmaandoeningen of nierziekten. Ook factoren zoals stress, diarree, braken en een hoge suikerinname verlagen de magnesiumstatus.
Rijke bronnen van magnesium zijn cacao, schelpdieren, noten, sojabonen, groene groenten, volkoren granen, zeewater en algensoorten zoals zeesla.
In voedingssupplementen kunnen verschillende magnesiumverbindingen worden gebruikt. Over het algemeen worden organische magnesiumverbindingen beter opgenomen dan anorganische magnesiumverbindingen zoals magnesiumoxide. Voorbeelden van organische magnesiumverbindingen zijn magnesiumcitraat, magnesiumascorbaat en magnesiumbisglycinaat. Magnesiumbisglycinaat is een bijzondere vorm van magnesium waarbij ieder magnesiumion krachtig gebonden (gecheleerd) is aan twee moleculen van het aminozuur glycine, waardoor een soort ringstructuur gevormd wordt met in het hart daarvan het mineraal. Het woord ‘chelaat’ komt uit het Grieks en betekent ‘klauw’ (zie afbeelding).
De verbinding tussen magnesium en glycine is zo sterk dat deze niet wordt verbroken in het maag-darmkanaal, in tegenstelling tot andere magnesiumverbindingen. Het voordeel hiervan is dat magnesiumbisglycinaat als aminozuur wordt opgenomen. Aminozuren worden uitstekend opgenomen door het lichaam, zeker glycine dat het kleinste aminozuur is. Mensen die gevoelig zijn voor maag-darmklachten kunnen vaak magnesiumbisglycinaat beter verdragen dan andere magnesiumsupplementen, ook in een hogere dosering. Magnesiumverbindingen met een organisch zuur, zoals magnesiumcitraat, worden veel toegepast in voedingssupplementen vanwege de hoge biologische beschikbaarheid. Deze magnesiumvorm wordt gesplitst in het maag-darmkanaal en de losse magnesiumionen worden goed opgenomen. Van de organische magnesiumverbindingen bevat magnesiumcitraat een relatief hoog gehalte elementair magnesium.Naast magnesiumchelaten en -zouten zijn er natuurlijke magnesiumpreparaten die worden gewonnen uit zeewater of zeesla (Ulva lactuca). Deze magnesiumpreparaten zijn een mineralencomplex wat als voordeel kan hebben dat er sprake is van synergie tussen de verschillende mineralen. Een zeesla-extract is een ‘whole food’ en bovendien biologisch gecertificeerd.
Gebrek aan eetlust, misselijkheid, (chronische) vermoeidheid, gebrek aan concentratie, nervositeit, geïrriteerdheid, toegenomen stressgevoeligheid, depressiviteit, lusteloosheid, duizeligheid, (spannings)hoofdpijn, spierkramp, gespannen spieren, spierzwakte, tremoren, verminderde weerstand, hoge bloeddruk, hartkloppingen, bronchiale hyperreactiviteit en afname van de longfunctie, kalkafzetting in gewrichtskraakbeen.
Ernstige nierfunctiestoornis
Algemene onderhoudsdosering (langdurig gebruik): 100-300 mg magnesium per dag. Er geldt een advies vanuit de EFSA (gepubliceerd in 2001) en het Amerikaanse Institute of Medicine (IOM) om respectievelijk maximaal 250 mg of 350 mg magnesium per dag in supplementvorm te gebruiken omdat bepaalde magnesiumverbindingen bij daarvoor gevoelige mensen een mild, voorbijgaand laxerend effect kunnen hebben. In hoeverre dit probleem werkelijk speelt, is echter punt van discussie (zie referentie 6).
Dosering bij (kortdurend) therapeutisch gebruik: 300-500 mg per dag. Hogere doseringen magnesium kunnen het beste verdeeld over de dag worden ingenomen om de kans op diarree te verlagen.
Magnesium heeft een lage toxiciteit bij mensen met een normale nierfunctie; een teveel aan magnesium wordt snel uitgescheiden via de nieren. Bij een verminderde nierfunctie dient de magnesiumbloedspiegel goed in de gaten gehouden te worden. Maag-darmklachten zoals diarree en misselijkheid kunnen (in zeldzame gevallen) optreden bij doses vanaf 250 mg magnesium per dag. De UL (upper limit) voor magnesium (uitsluitend uit voedingssupplementen) is mede daarom vastgesteld op 250 mg per dag. Vergiftigingsverschijnselen door een te hoge magnesiuminname (toxische hypermagnesiëmie met flushing, misselijkheid, braken, verlies van spierreflexen, spierzwakte, somnolentie, bradycardie, hypotensie, diarree en ECG-veranderingen) zijn waargenomen bij doses boven 2500 mg magnesium per dag (ten minste tien keer de UL).