Probiotica bevorderen een gezonde microbiële flora in het maagdarmkanaal (intestinaal microbioom). De Wereldgezondheidsorganisatie definieert probiotica (‘voor het leven’) als levende microorganismen die - in voldoende hoeveelheid ingenomen - de gezondheid van de gastheer ten goede komen. Meestal gaat het om melkzuurbacteriën die behoren tot het bacteriegeslacht Lactobacillus of Bifidobacterium. Het is belangrijk precies te weten uit welke bacteriestam(men) een probioticum bestaat. De werkzaamheid en gezondheidsbevorderende eigenschappen van een probioticum zijn grotendeels stamspecifiek. Een vijftal belangrijke probiotische stammen zijn Lactobacillus rhamnosus GG (LGG), Lactobacillus acidophilus LA-5 (LA-5), Bifidobacterium lactis BB-12 (BB-12), Lactobacillus rhamnosus GR-1 (GR-1) en Lactobacillus reuteri RC-14 (RC-14). Deze bacteriestammen zijn al tientallen jaren op de markt, worden wereldwijd door vele mensen gebruikt en hebben wetenschappelijk aangetoonde gezondheidseffecten.
Zie ook het artikel 'Probiotica' voor een uitgebreide beschrijving van probiotica in het algemeen en de stammen LGG, LA-5, BB-12, GR-1 en RC-14 in het bijzonder.
Probiotische bacteriestammen worden bij voorkeur geïsoleerd uit de darmflora van gezonde mensen (zoals LGG) of worden van oudsher gebruikt voor de productie van gefermenteerde zuivel (zoals LA-5). GR-1 en RC-14 zijn geïsoleerd uit resp. de urethra en vagina van gezonde vrouwen; deze twee stammen zijn specifiek ontwikkeld voor de preventie en behandeling van urogenitale infecties.
De vijf genoemde bacteriestammen voldoen aan belangrijke criteria voor probiotica:
Een (relatief) tekort aan gezonde darmbacteriën (symbionten) en een (relatief) teveel aan ziekteverwekkende bacteriën in het maagdarmkanaal (dysbiose) kan leiden tot uiteenlopende gezondheidsklachten, waaronder (maagdarm)klachten zoals winderigheid, een opgeblazen gevoel, buikpijn, krampen, constipatie, diarree, candidiasis en halitose (slechte adem). Dysbiose kan de barrièrefunctie van de darmwand verminderen (verhoging darmpermeabiliteit of leaky gut) en de weerstand tegen infecties verlagen. Dysbiose is geassocieerd met meer dan 25 (chronische) aandoeningen; de associatie is sterk voor inflammatoire darmziekten (ziekte van Crohn, colitis ulcerosa), PDS (prikkelbare darm syndroom), (recidiverende) Clostridium difficile infectie, colorectaalkanker, allergie/atopie, coeliakie, diabetes type 1 en type 2 en obesitas. Andere aandoeningen waarbij een mogelijk verband bestaat met afwijkingen van het intestinale microbioom zijn de ziekte van Alzheimer, de ziekte van Parkinson, ADHD, autisme, depressie, angststoornis, chronisch vermoeidheidssyndroom, hart- en vaatziekten, diverticulose, fragiliteit bij ouderen, afstoting na transplantatie, multiple sclerose, niet-alcoholische leververvetting/steatohepatitis, borstkanker, reumatoïde artritis, de ziekte van Bechterew (ankylosing spondylitis) en polio- en retrovirusinfecties. Of dysbiose bijdraagt aan het ontstaan en de progressie van een aandoening of eerder het gevolg is ervan, is niet altijd duidelijk.
Zie het probiotica behandelprotocol.
BB-12 in de vorm van druppels (dagdosering 1 miljard cfu/dag) is bedoeld voor kleine kinderen (0 tot 4 jaar) en heeft de volgende indicaties:
Ernstige immunodeficiëntie.
Zie het probiotica behandelprotocol.
Niet bekend.
De vijf genoemde bacteriestammen zijn veilig in de geadviseerde doseringen voor alle leeftijden, van prematuren tot hoogbejaarden.