Mogelijk gemaakt door:

IJzer

IJzer is een van de meest voorkomende elementen op aarde en is essentieel voor de meeste levensvormen waaronder de mens. Het maakt onder andere deel uit van hemoglobine in rode bloedcellen waardoor het een grote rol speelt bij het zuurstoftransport in het lichaam. Daarnaast is ijzer een onderdeel van een aantal enzymen zoals catalase en cytochroom. Deze enzymen hebben een functie in de regulatie van de stofwisseling. Cellen hebben ijzer nodig voor de aanmaak van DNA en op deze manier ondersteunt ijzer een normale groei en ontwikkeling. IJzer is verder onontbeerlijk voor de aanmaak van neurotransmitters zoals dopamine en serotonine.

Een ijzertekort komt geregeld voor, vooral bij risicogroepen zoals zwangeren, kinderen in de groei, menstruerende vrouwen, vegetariërs en sporters.

Bronnen

IJzer komt in de voeding vooral voor in rood vlees, vis en gevogelte. Een andere, minder goed opneembare vorm van ijzer wordt aangetroffen in onder andere bonen, gedroogd fruit, graanproducten en bladgroenten.

Kwaliteitsaspecten

Bij ijzersuppletie is ijzerbisglycinaat een zeer goed opneembare, organische vorm van ijzer waarbij ieder ijzerdeeltje gebonden (gecheleerd) is aan twee moleculen van het aminozuur glycine. Deze verbinding is mild voor de maag en geeft geen aanleiding tot constipatie wat een bekend probleem is bij ijzersuppletie.

Tekenen van een mogelijk tekort

Vermoeidheid, ijzergebreksanemie (de belangrijkste symptomen zijn moeheid, zwakte, koude ledematen, bleekheid en verminderde inspanningstolerantie; verder kunnen hoofdpijn, hartkloppingen (tachycardie), duizeligheid, verminderde weerstand en pijn op de borst wijzen op bloedarmoede door ijzergebrek). IJzergebrek is mogelijk een risicofactor voor osteoporose.

Indicaties

  • In het bloed aangetoonde ijzergebreksanemie* (normocytaire of microcytaire anemie (hemoglobine < 7,5 mmol/l bij vrouwen en <8,5 mmol/l bij mannen), serumferritinespiegel <15 mcg/l) 
  • Anemie door een chronische ziekte** (normocytaire of microcytaire anemie, serumferritinespiegel >15 mcg/l en <100 mcg/l, verlaagd serumijzer en verhoogd transferrine)
  • Onverklaarde vermoeidheid bij premenopauzale vrouwen met een serumferritinespiegel <50 mcg/l (zonder bloedarmoede)
  • Verhoogde ijzerbehoefte tijdens de zwangerschap
  • Verlaagde ijzerstatus bij (subklinische) hypothyreoïdie

* ijzergebrek en daarmee samenhangende bloedarmoede kan onder meer het gevolg zijn van een tekort in de voeding (vegetariërs, veganisten, ouderen), verminderde opname in de dunne darm (coeliakie, atrofische gastritis, maagverkleining) of bloedverlies (menstruatie, (maagdarm)bloeding, operatie, bevalling, trauma, bloeddonatie). Ongeveer 1 tot 2 % van alle volwassenen heeft ijzergebrek, bij premenopauzale vrouwen is dit percentage 5 tot 20%. IJzergebrek (verlaagde serumferritinespiegel) gaat niet altijd gepaard met ijzergebreksanemie (verlaagd hemoglobinegehalte). Bij volwassenen boven 50 jaar is bloedverlies (vooral uit het maagdarmkanaal) de belangrijkste oorzaak van ijzergebreksanemie. Extra ijzer is nodig, maar zoek altijd naar de oorzaak van het ijzergebrek.

** anemie door een chronische ziekte is vermoedelijk het gevolg van een verstoorde inbouw van ijzer in hemoglobine en een kortere levensduur van rode bloedcellen. Deze vorm van bloedarmoede kan voorkomen bij chronische ontstekingsziekten zoals reumatoïde artritis, chronische infectieziekten, acute (recidiverende) infecties en kanker.

Contra-indicaties

  • Levercirrose
  • Hemachromatose (ijzerstapeling)

Gebruiksadviezen

  • Bij ijzergebreksanemie: maximaal 125 mg/dag* (tijdelijk)
  • Onverklaarde vermoeidheid bij premenopauzale vrouwen: maximaal 80 mg/dag* (tijdelijk)
  • Tijdens (hele) zwangerschap: 25-30 mg/dag*, bij aangetoonde ijzergebreksanemie 60-120 mg/dag* (zie referentie 6)
* Bij voorkeur in de vorm van ijzerbisglycinaat dat een betere opneembaarheid heeft en minder aanleiding geeft tot maag-darmbezwaren. De juiste dosis van een ijzerpreparaat is afhankelijk van de gebruikte verbinding. IJzersulfaat, ijzergluconaat en ijzerfumaraat worden minder goed opgenomen dan ijzerbisglycinaat en zullen doorgaans hoger gedoseerd moeten worden.
 
Neem ijzer bij voorkeur tussen de maaltijden in. Niet in combinatie met calciumrijke voedingsmiddelen zoals melk. Gelijktijdige inname van minimaal 200 mg vitamine C (ascorbinezuur) bevordert de ijzeropname.

Interactie

  • Protonpompremmers en allupurinol kunnen de ijzerstatus verlagen.
  • Maagzuurbinders (antacida), maagzuurremmers (H2-receptorantagonisten), pancreasenzymen en cholestyramine kunnen de opname van ijzer verminderen.
  • NSAID’s kunnen de ijzerstatus verlagen door beschadiging van de slijmvliezen in het maagdarmkanaal met (subklinisch) bloedverlies.
  • IJzer kan de opname van methyldopa, levodopa, levothyroxine en penicillamine, antibiotica (fluoroquinolone, tetracycline antibiotica) en bifosfonaten (clodronaat) verlagen. Neem ijzer niet gelijktijdig met deze medicijnen in.
  • IJzer verlaagt de koperopname en vice versa.
  • Vitamine C verhoogt de ijzeropname in doseringen vanaf 200 mg vitamine C (als ascorbinezuur). Vitamine C-status is niet alleen belangrijk voor de intestinale ijzeropname, maar ook voor de cellulaire ijzeropname en –stofwisseling.
  • Calcium kan de ijzerabsorptie verlagen. Neem deze mineralen zo mogelijk los van elkaar in.
  • Vitamine A helpt bij de mobilisatie van in weefsels opgeslagen ijzer, verbetering van de vitamine A-status verbetert de ijzerstatus.
  • Suppletie met vitamine B2 (riboflavine) kan de bloedaanmaak door ijzersuppletie versterken.

Veiligheid

IJzersuppletie is veilig in de aangegeven doseringen gedurende een beperkte tijd (tot het ijzergebrek is opgeheven). Een langdurig te hoge inname van ijzer veroorzaakt oxidatieve stress (waardoor de kans op orgaanschade en chronische ziekten toeneemt) en dient vermeden te worden. Vooral ouderen en diabetici dienen hierop bedacht te zijn. 

De ADH voor mannen is 9 mg/dag (19-22 jaar: 11 mg/dag), voor vrouwen 15 mg/dag (19-22 jaar: 16 mg/dag, tweede helft zwangerschap: 15-19 mg/dag, borstvoeding: 20 mg/dag). De UL (bovengrens van inname) voor ijzer (uit voeding en voedingssupplementen) is 40 mg per dag voor kinderen tussen 1 en 13 jaar en 45 mg per dag voor 14 jaar en ouder. Bij inname van een hogere dosis kunnen misselijkheid, overgeven, buikpijn en diarree optreden. IJzerbisglycinaat wordt meestal beter verdragen dan andere vormen van ijzer.

Bewaar een ijzersupplement altijd buiten het bereik van (kleine) kinderen vanwege ernstige toxiciteit bij (zeer) hoge inname. Toxische effecten kunnen verwacht worden bij een dosis vanaf 20 mg/kg elementair ijzer en een plasmaconcentratie van >40 micromol/l Fe2+.

IJzer kan de tanden laten verkleuren. Suppletie in capsule/tabletvorm zonder op de inhoud te kauwen wordt aanbevolen. Als uw tanden van kleur veranderen, is dit op te lossen door uw gebit te laten polijsten.

Literatuur

1. Abbaspour N et al. Review on iron and its importance for human health. J Res Med Sci. 2014; 19(2): 164-174.

2. EFSA Panel on Dietetic Products, Nutrition and Allergies (NDA). Scientific opinion on dietary reference values for iron. EFSA Journal 2015;13(10):4254.

3. Short MM et al. Iron deficiency anemia: evaluation and management. Am Fam Physician. 2013;87(2):98-104.

4. Peeling P et al. Iron status and the acute post-exercise hepcidin response in athletes. PLoS One. 2014; 9(3): e93002.

5. Yanovich R et al. Effects of basic combat training on iron status in male and female soldiers: a comparative study. US Army Med Dep J. 2015:67-73.

6. Guideline. Daily iron and folic acid supplementation in pregnant women. Geneva: World Health Organization; 2012.

7. Toxqui L et al. Chronic iron deficiency as an emerging risk factor for osteoporosis: a hypothesis. Nutrients. 2015;7(4):2324-44.

8. Lane DJ et al. The active role of vitamin C in mammalian iron metabolism: much more than just enhanced iron absorption! Free Radic Biol Med. 2014;75:69-83.

9. Swaminathan S et al. The role of iron in diabetes and its complications. Diabetes Care. 2007;30(7):1926-33.

10. Brewer GJ et al. Iron and copper toxicity in diseases of aging, particularly atherosclerosis and Alzheimer’s disease. Exp Biol Med (Maywood). 2007;232(2):323-35.

11. Weinberg ED. Iron toxicity: new conditions continue to emerge. Oxid Med Cell Longev. 2009;2(2):107-9.

Terug