Het essentiële mineraal natrium is van grote invloed op de vochtbalans in het lichaam, speelt een rol in het transport van stoffen over de celmembraan en is belangrijk voor de zenuwprikkeloverdracht, spiercontractie en bloeddrukregulatie (samen met kalium).
Met name bewerkte voedingsmiddelen, zoute snacks en kant-en-klare maaltijden bevatten veel (verborgen) natrium. Keukenzout bestaat uit natriumchloride, waarbij 1 gram zout overeenkomt met 0,4 gram natrium. De natriumbehoefte is lager dan de huidige natriuminname. We hebben dagelijks ongeveer 0,4-1,5 gram natrium (1-3,8 gram zout) nodig en het advies is om dagelijks niet meer dan 2,4 gram natrium (6 gram zout) te consumeren (liefst maximaal 1,5 gram natrium ofwel 3,8 gram zout). De meeste Nederlanders krijgen echter teveel zout met de voeding binnen (gemiddeld 7,5-9,9 gram per dag). Dit verhoogt de kans op vochtretentie, hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten, nieraandoeningen, maagkanker, osteoporose en cognitieve achteruitgang. De meeste mensen doen er goed aan hun natriuminname te verlagen door voornamelijk gebruik te maken van pure, onbewerkte voedingsmiddelen en zo min mogelijk zout en andere natriumrijke additieven aan het eten toe te voegen.
Natriumsuppletie is meestal niet aan te bevelen (ook niet ter verbetering van het zuur-base evenwicht), tenzij sprake is van overmatig zweten, langdurige diarree of hevige koorts. Voor sporters ligt dit dus wellicht anders, afhankelijk van de intensiteit en duur van de inspanning, de mate van vochtverlies en het dieet (zoutinname) van de individuele sporter kan het nodig zijn om het verloren vocht (en natrium) tijdens of na de inspanning al aan te vullen o.a. om kramp, hoofdpijn of duizeligheid te voorkomen. Ook erg warm weer kan een reden zijn om tijdelijk natrium aan te vullen.
Zout, bakpoeder, MSG (monosodiumglutamaat) en andere voedseladditieven, bewerkte producten (brood, vleeswaren, kaas, soepen, sauzen, snacks, zuurkool), onbewerkte voedingsmiddelen (kleinere hoeveelheden), diverse medicijnen.