Curcuminoïden zijn de belangrijkste medicinale stoffen in de aromatische specerij kurkuma (koenjit, Indiase geelwortel). Curcuminoïden (‘curcumine’) bestaan voor 80% uit curcumine I (diferuloylmethaan) en daarnaast uit curcumine II (demethoxycurcumine) en curcumine III (bisdemethoxycurcumine). Binnen de Indiase ayurvedische geneeskunde en traditionele Chinese geneeskunde wordt kurkuma van oudsher ingezet bij uiteenlopende gezondheidsproblemen waaronder maagdarmklachten, leverziekten, (brand)wonden en ooginfecties. De laatste decennia is veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de gezondheidseffecten van curcumine, waarbij gebruik wordt gemaakt van kurkuma-extracten met een (zeer) hoog gehalte aan curcumine. Curcumine heeft een zeer breed werkingsgebied, is non-toxisch en een veelbelovende stof voor de preventie en/of behandeling van een diversiteit aan (chronische) ziekten (zie indicaties). Er is inmiddels veel bekend over de moleculaire werkingsmechanismen van curcumine. Veel gezondheidseffecten van curcumine zijn toe te schrijven aan versterking van het antioxidantsysteem, chelatie van zware metalen, ontstekingsremming en/of immunomodulatie. Opvallend is dat curcumine pleiotrope activiteit bezit: via meerdere werkingsmechanismen wordt een specifiek gezondheidseffect (zoals ontstekingsremming) bereikt. Helaas zijn er relatief weinig klinische studies gedaan met curcumine omdat de biologische beschikbaarheid van curcumine erg laag is. Inmiddels zijn curcuminesupplementen ontwikkeld met een sterk verbeterde absorptie en biologische beschikbaarheid, waaronder curcumine SLCP (zie kwaliteitsaspecten). De kans op positieve resultaten met curcuminesuppletie neemt daardoor toe.
Extract uit de wortel van Curcuma longa, een plant uit de gemberfamilie (Zingiberaceae)
Obstakel voor therapeutische toepassingen is de lage absorptie van curcumine na orale inname, de korte halfwaardetijd en de beperkte verspreiding in lichaamsweefsels. De effectiviteit van curcuminesuppletie verbetert sterk door curcumine aan te bieden in de vorm van SLCP (solid lipid curcumin particles). Deze (lipiden)vorm van ongebonden curcumine heeft een tot 65 keer betere opneembaarheid en een tot 285 keer hogere biologische beschikbaarheid dan gewone curcumine. SLCP komt na orale inname via de lymfe (in chylomicronen) en niet zoals gebruikelijk via poortaderbloed het lichaam binnen en is gevrijwaard van inactivering in darmen en lever, waardoor meer curcumine in bloed en weefsels wordt opgenomen. SLCP kan bovendien de bloedhersenbarrière passeren, in tegenstelling tot gewone (geconjugeerde) curcumine.
Algemene adviesdosering curcumine SLCP: 400-1200 mg/dag (met 80-240 mg curcumine), indien gewenst kan de dosering worden verhoogd (zie ook veiligheid)
Curcumine is een zeer veilige stof om (langdurig) te gebruiken. Voor curcumine SLCP is de NOAEL (no observed adverse effect level) hoger dan 720 mg/kg/dag.
1. Aggarwal BB et al. Potential therapeutic effects of curcumin, the anti-inflammatory agent, against neurodegenerative, cardiovascular, pulmonary, metabolic, autoimmune and neoplastic diseases. Int J Biochem Cell Biol. 2009;41:40-59.
2. Greg M et al. Neuroprotective effects of curcumin. Adv Exp Med Biol. 2007;595:197-212.
3. Chandran B et al. A randomized, pilot study to assess the efficacy and safety of curcumin in patients with active rheumatoid arthritis. Phytother Res. 2012;26(11):1719-25.
4. Ali T et al. Curcumin and inflammatory bowel disease: biological mechanisms and clinical implication. Digestion 2012;85:249-255.
5. Shanmugam MK et al. The multifaceted role of curcumin in cancer prevention and treatment. Molecules 2015;20:2728-2769.
6. Sordillo PP et al. Curcumin and cancer stem cells: curcumin has asymmetrical effects on cancer and normal stem cells. Anticancer Res. 2015;35(2):599-614.
7. DiSilvestro RA et al. Diverse effects of a low dose supplement of lipidated curcumin in healthy middle aged people. Nutrition J. 2012;11:79.