Choline is een belangrijke essentiële voedingsstof. Het levert methylgroepen voor de synthese van SAM (S-adenosylmethionine), de primaire methyldonor, en is precursor van membraanfosfolipiden (fosfatidylcholine en sfingomyeline), PAF (platelet-activating factor), plasmalogen, acetylcholine, betaïne en dimethylglycine. Choline draagt bij aan het onder controle houden van de homocysteïnespiegel; een verhoogde homocysteïnespiegel vergroot de kans op hart- en vaatziekten, kanker, cognitieve achteruitgang en botbreuken. De cholinederivaat fosfatidylcholine is bestanddeel van VLDL-cholesterol en betrokken bij de vetstofwisseling en afvoer van vetten uit de lever; het uit choline gevormde betaïne is onder meer belangrijk voor de nierfunctie (reabsorptie van water) en genexpressie.
Tijdens de pre- en neonatale ontwikkeling is voldoende toevoer van choline essentieel voor een goede aanleg en rijping van hersenen en zenuwstelsel. Choline speelt een uitermate belangrijke rol bij de neurocognitieve ontwikkeling van het kind en beïnvloedt door (blijvende) epigenetische programmering de gezondheid en kans op chronische ziekten op latere leeftijd. Een cholinetekort tijdens de zwangerschap vergroot de kans op neuraalbuisdefecten, schisis en aangeboren hartafwijkingen.
De choline-inname en cholinebehoefte van mensen varieert sterk en waarschijnlijk krijgen veel mensen minder choline binnen dan ze nodig hebben.
Leeftijd |
Mannen en vrouwen |
7-11 maanden |
160 |
1-3 jaar |
140 |
4-6 jaar |
170 |
7-10 jaar |
250 |
11-14 jaar |
340 |
15-17 jaar |
400 |
Volwassenen |
400 |
Zwangerschap |
480 |
Lactatie |
520 |
Adequate inname (mg/dag) van choline (EFSA, 2016)
Eieren, vlees, lever, gevogelte, vis, soja, tarwekiemen, biergist, lecithine, granen, peulvruchten, noten, fruit, groenten (koolsoorten) en zuivel.
Leververvetting, insulineresistentie, spierafbraak, angststoornis, versnelde atherosclerose, verhoging bloedspiegels van homocysteïne en urinezuur, cognitieve achteruitgang.
De veilige bovengrens van inname (UL, tolerable upper intake level) van choline (uit voeding en supplementen) is 3500 mg per dag (boven 18 jaar, ook bij zwangerschap en lactatie), respectievelijk 3000 mg/dag (14-18 jaar), 2000 mg/dag (9-13 jaar) en 1000 mg/dag (1-8 jaar).
Choline is een veilige stof in de aangegeven doseringen.
1. Wiedeman AM et al. Dietary choline intake: current state of knowledge across the life cycle. Nutrients 2018;10:1513.
2. Ganz AB et al. Common genetic variants alter metabolism and influence dietary choline requirements. Nutrients. 2017;9(8).
3. EFSA NDA Panel (EFSA Panel on Dietetic Products, Nutrition and Allergies), 2016. Scientific opinion on dietary reference values for choline. EFSA Journal 2016;14(8):4484.
4. Wallace TC et al. Choline: the underconsumed and underappreciated essential nutrient. Nutr Today. 2018;53(6):240-253.
5. Zeisel SH. Choline, other methyl-donors and epigenetics. Nutrients. 2017;9:445.
6. Korsmo HW et al. Choline: exploring the growing science on its benefits for moms and babies. Nutrients. 2019;11:1823.
7. Caudill MA et al. Maternal choline supplementation during the third trimester of pregnancy improves infant information processing speed: a randomized, double-blind, controlled feeding study. FASEB J. 2018;32(4):2172-2180.
8. Vennemann FB et al. Dietary intake and food sources of choline in European populations. Br J Nutr. 2015;114:2046-2205.
9. Blusztajn JK et al. Neuroprotective actions of dietary choline. Nutrients. 2017;9(8).
10. Sun S et al. Choline and betaine consumption lowers cancer risk: a meta-analysis of epidemiologic studies. Sci Rep. 2016;6:35547.
11. Velazquez R et al. Choline as a prevention for Alzheimer's disease. Aging (Albany NY). 2020;12(3):2026-2027.
12. Bernhard W et al. Choline supplementation in cystic fibrosis - the metabolic and clinical impact. Nutrients. 2019;11:656.
13. Guerrerio AL et al. Choline intake in a large cohort of patients with nonalcoholic fatty liver disease. Am J Clin Nutr. 2012;95(4):892-900.
14. Mehta AK et al. Choline attenuates immune inflammation and suppresses oxidative stress in patients with asthma. Immunobiology 2010;215(7):527-34.