Lactoferrine is een ijzerbindend eiwit (glycoproteïne) dat in het menselijk lichaam en bij de meeste zoogdieren voorkomt. ‘Lacto’ verwijst naar de bron waarin het als eerste is ontdekt (melk) en ‘ferrine’ naar de eigenschap om vrij ijzer te binden. Het komt in grote hoeveelheden voor in moedermelk, maar het is ook te vinden op plaatsen in het lichaam waar behoefte is aan een snelle en effectieve bescherming tegen bedreigingen van buitenaf. De eigenschap om ijzer te binden maakt lactoferrine effectief in het bestrijden van microbiële pathogenen die voor hun voortbestaan afhankelijk zijn van ijzer. Lactoferrine heeft bovendien het vermogen om het immuunsysteem te stimuleren waar nodig en tegelijk ontstekingsreacties die schadelijk kunnen zijn voor het lichaam te remmen. In de darm ondersteunt lactoferrine een microbiologisch evenwicht tussen darmbacteriën. De afwezigheid van contra-indicaties en de zeer goede verdraagbaarheid maken lactoferrine, geëxtraheerd uit verse koemelk, een waardevolle nutriënt met vele gunstige effecten voor het lichaam.
Lactoferrine is een glycoproteïne met een molecuulgewicht van ongeveer 80 kDa en bestaat uit een polypeptideketen van bijna 700 aminozuren.(1) Er bestaan twee vormen van lactoferrine: hololactoferrine en apolactoferrine. Hololactoferrine is de ijzergebonden vorm van lactoferrine; de ijzervrije vorm wordt apolactoferrine genoemd. Het lichaam maakt zelf lactoferrine aan. Lactoferrine wordt vooral geproduceerd en uitgescheiden door epitheelcellen van exocriene klieren, zoals de melkklieren, speekselklieren en de alvleesklier. Lactoferrine is rijkelijk aanwezig in moedermelk, ongeveer voor 90% in de vorm van apolactoferrine.(2) De concentratie lactoferrine in de melk hangt af van de lactatiefase. Colostrum (de eerst geproduceerde moedermelk) bevat de hoogste concentratie aan lactoferrine (ongeveer 7 mg/ml).(3) Rijpe moedermelk (melk vanaf ongeveer 2 weken na de geboorte) bevat 1-4 mg/ml lactoferrine. Het hoge gehalte aan lactoferrine in moedermelk is essentieel voor de ontwikkeling van een goed functionerend immuunsysteem en beschermt pasgeborenen tegen infecties in de eerste maanden van hun leven.(1)
In geringe mate is lactoferrine aanwezig in onder meer speeksel, traanvocht, sperma, pancreassap, gal, en slijm uit bronchiën, neus, darmen en vagina. Het wordt vooral gevonden in slijmvliezen waar het samen met componenten van het aangeboren immuunsysteem zorgt voor bescherming tegen pathogene micro-organismen.(1) Ook neutrofiele granulocyten*, cellen van het aangeboren immuunsysteem die voor meer dan de helft deel uitmaken van de witte bloedcellen, zijn in staat lactoferrine te produceren. Ze dragen lactoferrine mee in hun granules (blaasjes), kunnen migreren naar de plek van infectie en daar lactoferrine vrijlaten. Bij een infectie stijgt het lactoferrine-gehalte in het bloed op de plek van infectie aanzienlijk.(4)
Intensieve lichaamsbeweging kan de lichaamseigen lactoferrineproductie stimuleren. Na intensief hardlopen stijgt het lactoferrinegehalte in het bloed en in speekselgranulocyten, wat een ontstekingsremmend effect van bewegen onderschrijft.(5,6)
De grootste externe bron van lactoferrine is melk van koeien. De verwantschap wat betreft de volgorde van aminozuren in het lactoferrine-eiwit met humaan lactoferrine is ongeveer 70%.(7) Koemelk bevat echter veel minder lactoferrine dan humane moedermelk; het lactoferrinegehalte in het colostrum is ongeveer 0,8 mg/ml en in koemelk slechts 0,03-0,49 mg/ml.(8) Vanwege de vele gunstige effecten van lactoferrine is lactoferrine uit koemelk al meer dan 60 jaar onderdeel van intensief wetenschappelijk onderzoek. Het is vanzelfsprekend gemakkelijker verkrijgbaar en vormt de voornaamste bron van supplementen, vooral in de vorm van apolactoferrine. Suppletie kan gewenst zijn in specifieke situaties, zoals bij een verhoogde behoefte bij ouderen of bij ziekte. Een eerste belangrijke toepassing van commerciële lactoferrine uit koemelk was zuigelingenvoeding ter vervanging van moedermelk. Tegenwoordig zijn er hoogwaardige supplementen op de markt die lactoferrine bevatten.
* Zie verklarende woordenlijst
Na inname van lactoferrine (via borstvoeding of suppletie) komt het lactoferrine-eiwit in aanraking met enzymen in de maag en darm, waaronder pepsine en trypsine. Deze enzymen hebben als doel eiwitmoleculen te splitsen (degraderen) ter bevordering van de vertering. De degradatie van lactoferrine kan echter ten koste gaan van de gunstige effecten die het in het lichaam heeft. Bij volwassenen weerstaat ongeveer 60% van het lactoferrine-eiwit degradatie in de maag.(9) Opname in de dunne darm wordt echter ook bemoeilijkt door de aanwezige slijmlaag in het maag-darmkanaal. Het maag-darmstelsel van baby’s daarentegen heeft een relatief hoge pH en er vindt veel minder degradatie plaats, waardoor er meer lactoferrine beschikbaar is voor opname in de darm.(4) Overigens blijkt extra lactoferrine bijzonder effectief bij pasgeboren baby’s of premature baby’s met een zeer laag geboortegewicht. Lactoferrine-suppletie vermindert het risico op het optreden en overlijden aan sepsis en necrotiserende enterocolitis aanzienlijk.(10) De biologische beschikbaarheid van lactoferrine in zijn oorspronkelijke vorm in koemelk is erg laag.(11) Wetenschappelijk onderzoek richt zich dan ook op het verbeteren van de orale biologische beschikbaarheid middels methoden die het lactoferrine-molecuul beschermen gedurende de passage door mond en maag. Het toepassen van maagzuurresistente capsules draagt er bijvoorbeeld aan bij dat lactoferrine intact aankomt in de darm voor opname, wat de werkzaamheid bevordert.
Enzymatische afbraak, ofwel degradatie, van lactoferrine gaat echter niet compleet ten koste van de werkzaamheid van de stof. Er kunnen ook stabiele, immunologisch actieve metabolieten ontstaan, zoals lactoferricine en lactoferrampine. Deze metabolieten kunnen ook de darm bereiken en gunstige effecten hebben op het microbioom, het darmslijmvlies en daarmee het gehele immuunsysteem.(12) De productie van deze metabolieten wordt echter beïnvloed door de maagfunctie, pH en enzymactiviteit.
Lactoferrine dat in het lichaam wordt geproduceerd of lactoferrine en zijn metabolieten uit externe bronnen kunnen worden opgenomen door cellen of weefsels via specifieke receptoren. Receptoren bevinden zich vooral op epitheelcellen in het darmslijmvlies, het lymfatische weefsel in de darm en allerlei cellen van het immuunsysteem. Ook in de plexus choroideus, een hersengebied betrokken bij regulatie van de afweer in de hersenen, en op endotheelcellen in de hersenen zijn lactoferrine-receptoren aangetoond.(13) Kenmerkend voor lactoferrine is het sterk positief geladen oppervlak, waardoor het een hoge affiniteit heeft voor negatief geladen moleculen. Celoppervlakte-receptoren en bijvoorbeeld glycosaminoglycaanketens (een belangrijk bestanddeel van collageenrijke weefsels) bevatten dergelijke negatieve moleculen en vormen belangrijke bindingsplaatsen voor lactoferrine.(14)
IJzerbindende capaciteit van lactoferrine
Lactoferrine behoort tot de familie van transferrines, een groep van transporteiwitten die ijzer vervoeren in het bloed. Lactoferrine beschikt over een ijzerbindingsplaats, waarmee het twee vrije ijzerionen (Fe3+) tegelijk kan binden met hoge affiniteit, zelfs bij een lage pH-waarde van 3,0.(3) Lactoferrine helpt op die manier het ijzergehalte in het lichaam in evenwicht (homeostase) te houden. Voldoende ijzer is nodig om cellulaire processen goed te laten verlopen, maar een teveel aan ijzer is onwenselijk. Overtollig ijzer kan namelijk verbindingen aangaan met onder andere zuurstof, waarbij reactieve zuurstofverbindingen kunnen ontstaan die schadelijk zijn. Lactoferrine beschermt daarmee ook cellen tegen oxidatieve schade* door zuurstofradicalen.(1)
Antimicrobiële werking van lactoferrine
Lactoferrine draagt bij aan de eerstelijnsverdediging tegen pathogene micro-organismen die het lichaam via de slijmvliezen proberen binnen te dringen. De antimicrobiële werking van lactoferrine berust op verschillende werkingsmechanismen.(12) Lactoferrine’s voornaamste rol ligt in het binden en wegvangen van vrij ijzer. Als er geen ijzer voorhanden is, worden bacteriën geremd in hun groei en brengen ze minder virulente factoren (stoffen die helpen de bacterie te overleven, maar schadelijk zijn voor de gastheer) tot expressie. Hierdoor ontstaat een zogenoemd bacteriostatisch effect. Ook de lactoferricine-metabolieten die ontstaan na enzymatische splitsing door pepsine kunnen een sterk bacteriostatisch effect teweegbrengen.(8) Het ijzerbindend vermogen van lactoferrine zet daarnaast een rem op de vorming van biofilms.(12) Biofilms ontstaan wanneer pathogene bacteriën (bijvoorbeeld Staphylococcus aureus of Pseudomonas aeruginosa) clusters vormen en zichzelf beschermen met een eigen geproduceerde slijmlaag. Dat maakt dat ze vaak moeilijk te bestrijden zijn door het immuunsysteem of antibiotica en de oorzaak zijn van steeds terugkerende infecties en chronische ziektebeelden. Een voorbeeld hiervan is tandplak en het ontstaan van gingivitis.
Daarnaast kan lactoferrine direct een interactie aangaan met de bacterie, en deze doden. Dit wordt een bactericide werking genoemd. Celmembranen van bacteriën of andere micro-organismen bevatten negatief geladen bindingsplaatsen (zoals pathogeen-geassocieerde moleculaire patronen, ofwel PAMP’s*), die een belangrijke target zijn voor lactoferrine.(8) Op gramnegatieve bacteriën kan lactoferrine binden aan lipopolysachariden (LPS*; een voorbeeld van een PAMP) op het celoppervlak en dit leidt tot celbeschadiging en uiteindelijk cellysis (celdood). Lactoferrine voorkomt ook dat pathogene bacteriën een kans krijgen door aanhechtingsplaatsen op lichaamscellen te bezetten of door overgroei van gunstige bacteriën te bevorderen (bijvoorbeeld in de darm).
Lactoferrine bezit antivirale activiteit tegen een breed scala aan virussen, onder meer het respiratoir syncytieel virus, adenovirussen, enterovirussen, hepatitis C-virus (HCV), humaan immunodeficiëntie-virus (hiv), herpes-simplexvirussen en het SARS-CoV-2-virus.(15) Lactoferrine kan receptoren op de gastheercel (veelal heparansulfaat-proteoglycaanmoleculen) binden waardoor binding van het virus aan de gastheercel en invasie voorkomen worden. Lactoferrine kan ook eiwitten op het oppervlak van het virus zelf binden (zowel virussen met als zonder envelop) en op die manier het virus wegleiden van hun initiële doelcellen, waardoor een virale infectie wordt geremd.(8)
Destabilisatie van de celmembraan door ijzergebrek en directe binding van lactoferrine aan het celoppervlak lijkt ook bij schimmels als Candida albicans en Aspergillus fumigatus en parasieten als Entamoeba histolytica te leiden tot cellysis.(16,17)
Modulatie van het microbioom
Lactoferrine beïnvloedt het microbioom in de darm, waar darmbacteriën in het gunstige geval in symbiose* met elkaar leven.(17) Bij overgroei van pathogene bacteriën of afname van de gunstige varianten ontstaan er problemen. Lactoferrine, zowel in intacte vorm als de metabolieten, stimuleren selectief de groei van gunstige bacteriën en fungeren als een selectieve remmer van bacteriën die bijvoorbeeld diarree veroorzaken, zoals Salmonella.(18,19) Dit duale effect van lactoferrine op bacteriën is mogelijk te verklaren door verschil in gevoeligheid voor ijzergebrek. Gunstige bacteriën voor het microbioom zoals Lactobacillus acidophilus en Bifidobacterium bifidum lijken minder last te hebben van een ijzertekort in de omgeving.(17) Lactoferrine stimuleert daarnaast de groei en differentiatie van darmepitheelcellen.(20) Samen met het microbioom versterkt de epitheellaag de barrièrefunctie in de darm. Lactoferrine kan bovendien herstel brengen in het microbioom na antibioticagebruik.(1)
Lactoferrine en het immuunsysteem
Ten tijde van een ontsteking stijgt de lactoferrineproductie en -uitscheiding door neutrofiele granulocyten enorm.(21) Lactoferrine heeft de taak om pathogenen te elimineren, het ontstekingsproces te reguleren en weefselschade zoveel mogelijk te beperken. Het kan bewegen tussen pro- en anti-inflammatoire activiteiten, afhankelijk van de situatie. En het blijkt zowel het aangeboren (niet-specifieke), als het verworven (specifieke) immuunsysteem te kunnen reguleren.(22)
Immunomodulerende effecten van lactoferrine zijn grotendeels toe te schrijven aan de directe binding van lactoferrine aan receptoren op (immuun)cellen.(14) Lactoferrine stimuleert de activiteit van neutrofiele granulocyten, macrofagen*, NK-cellen* en dendritische cellen* en versterkt daarmee de aangeboren immuunrespons tegen pathogenen. Wanneer er ontstekingen ontstaan, reguleert lactoferrine op de plek zelf het verloop van de ontsteking. Het bindt ijzer en voorkomt daarmee het ontstaan van verdere schade aan weefsels als gevolg van de vorming van zuurstofradicalen, oftewel oxidatieve schade.(14)
Ook kan lactoferrine de cel binnengaan en genexpressie reguleren. Doordat lactoferrine de transcriptiefactor nuclear factor kappa B (NF-kB) remt, wordt de intracellulaire signaalroute voor het opwekken en in stand houden van ontstekingsprocessen geblokkeerd. Lactoferrine voorkomt op die manier het op gang komen van de pro-inflammatoire cytokineproductie (met interleukine [IL]-1β, IL-6 en tumornecrosefactor [TNF]-α).(14) Een ontstekingsproces wordt op die manier gereguleerd.
Door te binden aan negatief geladen PAMP’s (zoals LPS) op de celmembraan van pathogene micro-organismen, kan lactoferrine voorkomen dat de PAMP’s worden herkend door zogenoemde toll-like receptoren (TLR’s) op cellen van het aangeboren immuunsysteem. TLR’s signaleren normaliter patronen (PAMP’s) op micro-organismen en activeren het aangeboren immuunsysteem. Als lactoferrine LPS bindt, remt het in feite de LPS-geïnduceerde ontsteking en pro-inflammatoire cytokineproductie en blijft schade beperkt.(14) Lactoferrine kan echter ook zelf TLR4 binden, en op die manier immuuncellen activeren.
Lactoferrine rekruteert en activeert antigeenpresenterende cellen (APC’s, waaronder dendritische cellen) en zet daarmee ook het verworven immuunsysteem aan. In-vitrostudies laten zien dat lactoferrine de rijping, differentiatie en activatie van T- en B-cellen bevordert en daarmee een specifieke immuunrespons stimuleert.(21)
* Zie verklarende woordenlijst
Lactoferrine ter versterking van het immuunsysteem
Lactoferrine reguleert zowel het aangeboren als het verworven immuunsysteem. Bij ouderen, met vaak een zwakker immuunsysteem, was lactoferrine (300 mg/dag gedurende 3 maanden) in staat de populaties neutrofiele granulocyten, macrofagen, NK-cellen en dendritische cellen te activeren en droeg daarmee bij aan een versterking van de aangeboren immuunrespons tegen pathogenen.(22) Ook bleek in een groep oudere vrouwen de TLR7-gemedieerde respons van dendritische cellen te verbeteren na lactoferrinesuppletie, waardoor ze mogelijk beter virussen kunnen elimineren.(23)
Bij gezonde mannen resulteerde lactoferrinesuppletie (200 mg/dag) in een verhoging van totale T-celactiviteit, activatie van T-helpercellen en cytotoxische T-cellen en een verhoogde antioxidatieve capaciteit.(24)
Een ontstekingsremmend effect van lactoferrine werd gezien bij postmenopauzale vrouwen. Suppletie met lactoferrine (250 mg/dag) was geassocieerd met een afname in expressie van pro-inflammatoire markers (IL-1, TNF-α, IL-6, IL-12 en C-reactief proteïne) en een toename in ontstekingsremmende markers (zoals IL-10).(25) Dezelfde observaties zijn gedaan in diermodellen van de ziekte van Crohn, een inflammatoire darmziekte.(26) Recentelijk toonde een casus een positief effect van lactoferrine (1 g/dag) in het handhaven van de remissiestatus die was verkregen met conventionele therapie.(27)
Ook kan lactoferrine (200 mg/dag) invloed uitoefenen via het microbioom. Homeostase in de darm betekent een lagere infectiegraad en minder immuunactivatie.(19)
Bacteriële infecties
Lactoferrine kan ingezet worden bij kolonisatie van de maag door de bacterie Helicobacter pylori. Infectie met deze bacterie komt frequent voor en veroorzaakt chronische gastritis (maagslijmvliesontsteking). Het blijkt dat een interventie met lactoferrine (200 mg/dag gedurende 12 weken) kolonisatie van de maag met deze bacterie kan verminderen.(28)
Verschillende studies laten een gunstig effect zien van lactoferrine op de mondgezondheid. Bij volwassenen die driemaal per dag lactoferrine-tabletten in combinatie met lactoperoxidase-tabletten oplosten in hun mond gedurende 12 weken verbeterde de gingivitis.(29) Lactoperoxidase is een enzym dat, net als lactoferrine, van belang is voor een goede afweer en wordt gevonden in exocriene secreties zoals melk en speeksel. Gingivitis is het stadium dat voorafgaat aan parodontitis (tandvleesontsteking) en nog omkeerbaar is. Zowel lactoferrine als lactoperoxidase hebben antimicrobiële effecten tegen orale pathogenen. Lactoferrine remt onder meer parodontopathische bacteriën, zoals Porphyromonas gingivalis en Aggregatibacter actinomycetemcomitans en voorkomt biofilmvorming door P. gingivalis en Prevotella intermedia. Lactoferrine met lactoperoxidase en glucose-oxidase in tabletvorm (respectievelijk 20 mg + 2,6 mg + 2,6 mg) verbeterde een slechte adem, vaak veroorzaakt door zwavelverbindingen die bacteriën produceren, en verminderde de hoeveelheid orale pathogene bacteriën.(30-32) Mondverzorgingsproducten, zoals tandpasta, mondspoelingen en kauwgom, kunnen om bovenstaande redenen lactoferrine bevatten.(31)
Een groot probleem tegenwoordig bij het bestrijden van infecties is het optreden van ongevoeligheid voor allerlei geneesmiddelen, waaronder antibiotica.(17) Lactoferrine heeft op verschillende bacteriesoorten (Staphylococcus aureus, Listeria monocytogenes en Klebsiella pneumoniae) die resistent zijn tegen antibiotica een remmend effect. Lactoferrine kan daarnaast de werking van antimicrobiële middelen versterken.(4) Lactoferrine verhoogt ook de activiteit van eiwitten van het aangeboren immuunsysteem zoals lysozym en secretoir immunoglobuline A (sIgA), die opgewekt worden na schade aan bacteriële membranen.
Virale infecties
Uit klinische studies is gebleken dat lactoferrine een krachtige antivirale activiteit heeft tegen een groot aantal virussen, waaronder verkoudheidsvirussen, het rotavirus, norovirus, hepatitis C-virus en ook het SARS-CoV-2-virus.
Bij verkoudheidsvirussen kan lactoferrine zowel preventief als therapeutisch ingezet worden. In een populatie vatbare volwassenen bleek een verkoudheid minder vaak voor te komen, minder lang te duren en minder ernstig te zijn na inname van lactoferrine (600 mg/dag) en immunoglobulinen gedurende 90 dagen.(33) Ook zomerse verkoudheidsvirussen, die in Japan een gezondheidsprobleem vormen, zijn te bestrijden door lactoferrine (600 mg/dag).(34)
Verschillende studies tonen aan dat lactoferrine ook het risico op luchtweginfecties als gevolg van een bacteriële of virale infectie, met name bij kinderen, reduceert.(35,36) Uit dezelfde meta-analyse* bleek dat lactoferrine in staat was de IL-6-concentratie, als marker voor systemische infecties, te reduceren.(36)
Het is daarnaast gunstig om lactoferrine in te zetten bij virale infecties die gastro-enteritis (buikgriep) veroorzaken. Bij kinderen met het rotavirus of norovirus namen klachten in ernst en duur af na lactoferrine-suppletie.(37,38) Bij volwassenen verminderde lactoferrine (200 mg/dag en 600 mg/dag) het risico op een gastro-intestinale infectie.(39)
Ook mensen met chronische hepatitis C kunnen baat hebben bij lactoferrine. Suppletie met lactoferrine (600 mg/dag) verhoogde de cellulaire afweer na enkele maanden tegen het virus (een toename van de Th1-cytokine IL-18).(40) Lactoferrine kan daarnaast de effecten versterken van de antivirale middelen ribavirine en interferon.(41) In hele hoge doseringen was het in staat oxidatieve schade en leverontstekingen te beperken.(42)
Lactoferrine kan mogelijk preventief en therapeutisch werkzaam zijn bij een infectie met het SARS-CoV-2-virus, dat de ziekte covid-19 veroorzaakt. In een onderzoek lijkt lactoferrine, samen met de nutriënten zink en vitamine C, in een preventieve dosis van 128-192 mg/dag (eventueel in combinatie met lactoferrine als intranasale spray) infectie met SARS-CoV-2 te voorkomen.(43) De pathologie van covid-19 wordt sterk in verband gebracht met een overmaat aan vrij ijzer, dat voor oxidatieve schade en een ernstig ziekteverloop kan zorgen.(44) Lactoferrine bindt dit ongebonden ijzer en kan op deze wijze mogelijk de schade bij patiënten met milde of ernstige klachten beperken. Een therapeutische dosering (tot wel 1 g lactoferrine per dag) kan mogelijk een sneller en vollediger herstel van covid-19 ondersteunen.(45) Ook een dysbiose in de darm en gastro-intestinale klachten lijken tot de pathologie van covid-19 te horen. Ook op dit vlak kan lactoferrine van betekenis zijn. Een directe verlichting van chronische gastro-intestinale symptomen bij twee kinderen met langdurige gezondheidsklachten na covid-19 (post-covid) is gerapporteerd na inname van lactoferrine.(46) Er zijn meer aanwijzingen dat bij mensen met post-covidklachten lactoferrine eveneens ondersteuning kan bieden (zie het overzichtsartikel ‘Post-covid, aangrijpingspunten voor orthomoleculaire suppletie’).
IJzerdeficiëntie en bloedarmoede
IJzertekort is een van de meest voorkomende voedingstekorten ter wereld en een belangrijke oorzaak van het optreden van anemie (bloedarmoede).(47) Lactoferrine wordt gezien als een veilige en effectieve stof om de ijzerstatus te verbeteren en ijzerstapeling te voorkomen.(8)
Lactoferrine is effectief gebleken bij ijzergebreksanemie tijdens de zwangerschap. In een klinische studie leidde suppletie van lactoferrine (30% verzadigd met ijzer) in een dosering van 200 mg/dag tot een toename van het aantal rode bloedcellen, hemoglobine en een verbetering van het serumijzergehalte bij zwangere vrouwen.(48) De serumwaarde van IL-6 (een pro-inflammatoir cytokine en bovendien geassocieerd met bloedarmoede) daalde daarbij.(3) Een recente studie combineerde data van verschillende studies betreffende 600 zwangere vrouwen en hun lactoferrine-inname. Deze meta-analyse bevestigde de effectiviteit van dagelijks 200 mg lactoferrine gedurende 4 weken in het verbeteren van zwangerschapsanemie.(49) Vermoedelijk gaat het bij deze studies wel steeds over lactoferrine dat (deels) verzadigd is met ijzer en niet om ijzerarm apolactoferrine dat meestal in supplementen zit.
Bloedarmoede wordt vaak waargenomen bij duursporters (sportanemie). Vooral vrouwelijke langeafstandslopers die menstrueren en hun gewicht nauwkeurig in de gaten houden, kunnen gemakkelijk bloedarmoede ontwikkelen. Uit een Japanse studie bleek dat lactoferrine-suppletie (1800 mg/dag) in combinatie met ijzer (6 mg/dag) gedurende 8 weken de ijzerabsorptie verhoogt en daarom nuttig kan zijn bij het voorkomen van sportanemie.(50)
Weefselregeneratie
Lactoferrine geeft een significante verbetering bij huidaandoeningen zoals psoriasis en acne vulgaris (ofwel jeugdpuistjes).(51) Lactoferrine (200 mg/dag) vermindert acne bij personen met een milde tot matige vorm. In combinatie met vitamine E en zink verminderde lactoferrine (200 mg/dag) het aantal laesies, mee-eters (comedonen) en ontstekingshaarden. Ook verbeterde lactoferrine de talgafscheiding.(52) In het algemeen lijkt lactoferrine (200 of 600 mg/dag) ook de vochthuishouding en textuur van de huid te verbeteren.(53)
Lactoferrine stimuleert de proliferatie en differentiatie van immuuncellen en cellen betrokken bij wondhelingsprocessen.(54) Ook stimuleert het osteoblasten en is het betrokken bij het behoud van bothomeostase, doordat het onder meer de botmineraaldichtheid verbetert en bijdraagt aan goede immunologische omstandigheden.(55) In een groep postmenopauzale vrouwen toonde lactoferrinesuppletie een vermindering van botresorptie en een toename van osteoblastische botvorming.(56)
Metabole gezondheid*
Lactoferrine moduleert het lipidenmetabolisme.(57) Verlaagde waarden van lactoferrine in het bloed zijn geassocieerd met insulineresistentie en diabetes type 2.(58) Lactoferrinesuppletie (300 mg/dag gedurende 8 weken) liet een afname zien van visceraal vet, een reductie in lichaamsgewicht, BMI en heupomtrek.(59) Recentelijk is gebleken dat lactoferrine meer gunstige effecten heeft voor patiënten met diabetes type 2.(60) Behandeling met lactoferrine (250 mg/dag) gedurende 3 maanden resulteerde in een significante verbetering in de HbA1c-waarden (geglyceerd hemoglobine dat een gemiddelde van de bloedsuikerspiegel in de voorafgaande twee maanden weerspiegelt), BMI en het lipidenprofiel. Ook waren de ontstekingsbevorderende cytokinen IL-1β, IL-6, IL-18 en TNF-α significant gedaald en was de oxidatieve schade afgenomen. Eenzelfde observatie werd gedaan bij kinderen met obesitas en diabetes type 2 na lactoferrinesuppletie (als onderdeel van een wei-eiwitsupplement, gedurende 3 maanden). Het lipidenprofiel (totaal cholesterol, triglyceriden, LDL) verbeterde en er trad een verlaging van de nuchtere plasmaglucosespiegel op.(61) Ook markers betrokken bij oxidatie en ontsteking (onder andere IL-6 en TNF-α) die een rol spelen bij diabetische complicaties en progressie van andere chronische ziekten waren verminderd.
Psychische stress
Lactoferrine leidde bij studenten die een rekentest moesten maken tot verlichting van psychosociale stress.(62) Een eenmalige orale inname van lactoferrine (800 mg) onderdrukte de veranderingen in parasympathische en sympathische activiteit die door de rekentaak werden opgeroepen. Lactoferrine lijkt hiermee stress te reduceren, hetgeen eerder is gezien in een diermodel.(63)
* Zie verklarende woordenlijst
Lactoferrine wordt beschouwd als een veilig supplement in bovengenoemde doseringen. Over het algemeen wordt lactoferrine goed verdragen. Het dagelijks innemen van doses hoger dan 7,2 gram lijkt het risico op bijwerkingen te vergroten, zoals huiduitslag, verlies van eetlust, constipatie, diarree en misselijkheid.(64)
Kwaliteitsaspecten zijn belangrijk voor een lactoferrine-supplement. Kwalitatief goede lactoferrine-supplementen zijn zuiver en bevatten ten minste 95% puur en intact lactoferrine-eiwit. Ze voldoen daarmee aan de eisen van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) en de Amerikaanse autoriteiten (Food and Drug Administration, FDA). Met de zogenoemde GRAS-status (Generally Recognized as Safe) duidt de FDA kwalitatief goede supplementen aan die door experts als veilig worden beschouwd voor het beoogde gebruik.(65)
Hoogwaardige kwaliteit van een lactoferrine-supplement wordt daarnaast gekenmerkt door een laag lipopolysacharide (LPS)-gehalte. LPS is een structuur op de buitenmembraan van gramnegatieve bacteriën en is een maat voor de hoeveelheid (dode) bacteriën in een voedingsmiddel. Een lage concentratie van LPS in het supplement geeft aan dat de lactoferrine afkomstig is uit zeer verse koemelk en dat er geproduceerd is onder streng gecontroleerde en hygiënische omstandigheden.
Daarnaast is het van belang dat een lactoferrine-supplement weinig ijzer bevat voor behoud van de ijzerbindende capaciteit.(65) Een lactoferrine-supplement bevat daarom meestal apolactoferrine, de ijzervrije vorm van lactoferrine. Apolactoferrine heeft bovendien een sterkere antimicrobiële en anti-oxidatieve capaciteit dan hololactoferrine.(15) In het geval van ijzerdeficiëntie wordt soms wel lactoferrine gebruikt dat (deels) verzadigd is met ijzer óf wordt apolactoferrine gegeven in combinatie met een los ijzerpreparaat.(48)
Tot slot is het belangrijkste aandachtspunt dat de lactoferrine zo mild mogelijk behandeld wordt tijdens het productieproces zodat er zo min mogelijk denaturatie (verlies van ruimtelijke structuur van het eiwit) optreedt. Bij eiwitten in het algemeen (en lactoferrine in het bijzonder) geldt dat de eigenschappen en werking afhankelijk zijn van hun ruimtelijke structuur.(8) Productieprocessen die focussen op behoud van de ruimtelijke structuur verdienen om deze reden de voorkeur. Het is daarom ook aan te raden om te kiezen voor lactoferrine uit verse koemelk en niet uit wei, omdat dit al een aantal productiestappen heeft ondergaan waarbij denaturatie kan zijn opgetreden. Door gebruik te maken van maagzuurresistente capsules kan denaturatie (en degradatie) van lactoferrine in de maag tegengegaan worden en komt er een grotere hoeveelheid intacte lactoferrine in de darm, wat de effectiviteit van deze waardevolle stof bevordert.(19)
Doorgaans worden doseringen van lactoferrine geadviseerd tussen de 200 en 600 mg/dag. Therapeutisch kunnen hogere doseringen geadviseerd worden. In bovenstaande klinische studies zijn gunstige effecten van lactoferrine veelal toe te schrijven aan doseringen van minimaal 200 mg/dag.
Lactoferrine is niet geschikt voor mensen met een koemelkeiwitallergie. De bron waaruit lactoferrine wordt gewonnen is koemelk. In een kwalitatief goed lactoferrine-supplement is het lactosegehalte echter laag (<0,01%), wat belangrijk is om te weten voor mensen met een lactose-intolerantie. Verder zijn er geen contra-indicaties voor het gebruik van lactoferrine.
Lactoferrine versterkt de werking (synergetische activiteit) van reguliere antimicrobiële middelen, zoals antibiotica, antivirale medicijnen (onder andere rifampicine), antimycotica (clotrimazol, fluconazol) en antiparasitaire medicijnen.(4)
Dendritische cellen: ofwel antigeenpresenterende cellen (APC’s). Ze sporen antigenen op en presenteren deze aan cellen van het verworven immuunsysteem (T- en B-cellen).
LPS: staat voor lipopolysacharide. Het zijn moleculen die bestaan uit een lipide en een polysacharide. Deze komen voor op de buitenmembraan van gramnegatieve bacteriën.
Macrofagen: cellen die gespecialiseerd zijn in het opruimen van afval zoals beschadigde cellen en micro-organismen zoals bacteriën. Letterlijk betekent de term ‘grote eter’.
Meta-analyse: een onderzoek waarbij resultaten uit meerdere studies over een bepaald onderwerp samen worden genomen en worden geanalyseerd.
Metabole gezondheid: heeft te maken met het vóórkomen van een complex van met elkaar samenhangende (metabole) risicofactoren voor diabetes type 2 en hart- en vaatziekten, zoals een overmaat aan vetweefsel, verstoorde lipidenwaarden, een verhoogde bloeddruk en een verhoogde (nuchtere) bloedglucosespiegel.
Neutrofiele granulocyten: behoren, net als macrofagen, tot de fagocyten. Ze vormen de meerderheid van alle witte bloedcellen in het bloed en kunnen op de plaats van infectie uit de bloedbaan treden. Neutrofielen zijn vaak snel ter plekke en hebben een kortere levensduur dan macrofagen.
NK-cellen: ofwel natural killer-cellen. Ze behoren tot het aangeboren immuunsysteem en zijn van belang voor het doden van zieke of lichaamsvreemde cellen.
Oxidatieve schade: schade die ontstaat aan cellen als gevolg van een onjuiste balans tussen de productie en activiteit van radicalen (reactieve zuurstof- en stikstofverbindingen) en inactivering door antioxidanten. De (cumulatieve) oxidatieve schade die ontstaat, draagt bij aan biologische veroudering van cellen en vergroot de kans op ziekte(progressie).
PAMP: ofwel pathogeen-geassocieerde moleculaire patronen. Dit zijn evolutionair geconserveerde moleculaire patronen op micro-organismen die essentieel zijn voor het micro-organisme zelf. Ze worden herkend door cellen van het aangeboren immuunsysteem. Dergelijke patronen ontbreken op humane cellen.
Symbiose: een samenlevingsvorm van twee of meer organismen die voor ten minste één soort gunstig of zelfs noodzakelijk is.