Koper is een essentiële voedingsstof voor de mens. Het mineraal is als cofactor van diverse co-enzymen en metalloproteïnen onder meer van belang voor de cellulaire energieproductie, antioxidantverdediging (koper/zink superoxidedismutase), de controle van ontstekingen en allergieën, bloedopbouw (hemoglobinesynthese), synthese van melanine (huid- en haarpigment), synthese en crosslinking van collageen en elastine (belangrijk voor de stevigheid en elasticiteit van bindweefsel, onder meer in longen, bloedvaten en huid), ijzerstofwisseling, groei en ontwikkeling, nieuwvorming van bloedvaten en synthese en metabolisme van hormonen en neurotransmitters. Een optimale koperstatus bevordert het psychische en mentale welzijn en de gezondheid van organen zoals hart en longen.
Het menselijke lichaam bevat circa 80-120 mg koper, waarvan het meeste in de lever is opgeslagen. Een ernstig kopertekort komt zelden voor. Een niet-optimale, verlaagde koperstatus komt vermoedelijk wel geregeld voor en kan het gevolg zijn van een lage koperinname uit voeding en/of door langdurige inname van bepaalde medicijnen of zinksupplementen zonder koper (zie interacties). Een verlaagde koperstatus kan een rol spelen bij ontstaan en progressie van uiteenlopende aandoeningen, waaronder bloedarmoede, atherosclerose, aneurysma, hartritmestoornissen, ulcus pepticum, decubitus, osteoporose, reumatoïde artritis, osteoartritis, hypercholesterolemie, hypoglycemie, polyneuropathie en vitiligo. Controle van de koperstatus (serumkoperspiegel) kan dan zinvol zijn.
Een kopertekort is onwenselijk, een koperexces eveneens. Aangezien koperstapeling is geassocieerd met een verhoogde kans op cognitieve achteruitgang en de ziekte van Alzheimer, doen ouderen er goed aan terughoudend te zijn met kopersuppletie (tenzij een kopertekort is geconstateerd) en bij gebruik van een multi te kiezen voor een multi zonder koper (en ijzer).
Oesters en ander zeevoedsel, vlees, peulvruchten, groene groenten, volkorengranen, noten, thee, koffie, chocolade, rozijnen, pruimen, granaatappel, drinkwater.
Een kopertekort kan uiteenlopende klachten en aandoeningen veroorzaken, waaronder bloedarmoede, polyneuropathie, optische neuropathie, hartritmestoornissen, stijging cholesterol- en triglyceridenspiegel, vermoeidheid, hypotonie, hypothermie, groeivertraging, verminderde weerstand, slechte kwaliteit bloedvaten, verminderde collageen- en elastinesynthese, osteoporose en depigmentatie van de huid.
Koper wordt bij voorkeur in combinatie met andere mineralen (en vitamines) gesuppleerd.
Kopersuppletie in de geadviseerde doseringen is veilig. De UL (upper limit) bedraagt 10 mg per dag, maar het is veiliger om een bovengrens van 3 mg per dag aan te houden om koperstapeling te voorkomen. Een teveel aan koper wordt uitgescheiden via urine en gal; de maximale koperuitscheiding bedraagt vermoedelijk circa 3 mg per dag. Een koperexces dient vermeden te worden. Koperstapeling heeft onder meer een negatieve invloed op de hersenfunctie, zowel bij kinderen als volwassenen.
1. Collins JF et al. Copper. Adv Nutr. 2011;2:520-2.
2. EFSA Panel on Dietetic Products, Nutrition and Allergies (NDA). Scientific opinion on Dietary Reference Values for copper. EFSA Journal 2015;13:4253.
3. Harvey LJ et al. Methods of assessment of copper status in humans: a systematic review. Am J Clin Nutr. 2009;89:2009S-24S.
4. Squitti R et al. Low-copper diet as a preventive strategy for Alzheimer's disease. Neurobiol Aging. 2014;35 Suppl 2:S40-50.
5. Willis MS et al. Zinc-induced copper deficiency: a report of three cases initially recognized on bone marrow examination. Am J Clin Pathol. 2005;123:125-31.