02-12-2020
Algemene informatie
Metabole ontregeling wordt veelal veroorzaakt door een ongezond eet- en leefpatroon, wat op termijn resulteert in insulineresistentie. De mate van insulineresistentie kan via een hemoglobine A1c (HbA1c) meting bepaald worden. Metabole ontregeling heeft daarnaast een veranderd lipidenprofiel tot gevolg. Uiteindelijk raakt het lichaam in een staat van (laaggradige) ontsteking en worden kleine hoeveelheden van het ontstekingseiwit C-reactief proteïne (CRP) aangemaakt. Dit is detecteerbaar via een high sensitive C-reactief proteïne (hs-CRP) bepaling. De cardio-metabool profiel bloedtest meet al deze parameters en brengt op deze manier de mate van metabole ontregeling in kaart.
Testresultaten
Parameter |
Optimale waarde |
Interpretatie afwijkende waarde |
HbA1c |
22 – 36 mmol/mol Hb |
36 – 46 mmol/mol Hb insulineresistentie > 46 mmol/mol Hb diabetes |
Totaal cholesterol (TC) |
< 5,0 mmol/L |
> 8 mmol/L mogelijk familiaire hypercholesterolemie (FH) |
HDL-cholesterol (HDLC) |
> 1,5 mmol/L |
|
TC/HDLC-ratio |
< 3,6 |
|
LDL-cholesterol (LDLC) |
< 3,0 mmol/L |
|
Triglyceriden (TG) |
< 2,5 mmol/L |
|
hs-CRP |
< 3 mg/L |
3 – 10 mg/L laaggradige ontsteking 10 – 40 mg/L laaggradige ontsteking; een auto-immuunontsteking of virale infectie > 40 mg/L bacteriële infectie > 80 mg/L actuele ontsteking en/of infectie |
Behandelplan
De behandeling van een verstoord cardio-metabool profiel is erop gericht om de insulinegevoeligheid van het lichaam te herstellen en het lipidenprofiel te verbeteren, waardoor ook laaggradige ontstekingen zullen afnemen. Daarnaast verhogen verstoringen het risico op hart- en vaatziekten en de ontwikkeling van het metabool syndroom. Behandeling heeft daarom als secundair doel deze risico’s te verminderen. De basis van de behandeling bestaat uit leefstijl- en voedingsadviezen en kan verder ondersteund worden met passende suppletie volgens onderstaande aanbevelingen.
Suppletieadvies
Bij verstoringen in het cardio-metabool profiel wordt de volgende basissuppletie geadviseerd met als doel nutriëntentekorten die zijn ontstaan door een ongezonde voeding op te heffen en te voorzien in de verhoogde nutriëntenbehoefte die ontstaat als gevolg van bijvoorbeeld laaggradige ontsteking. De suppletieadviezen gelden gedurende de volledige behandelperiode. Basissuppletie kan ook na de behandeling nog ingezet worden ter behoud van een goede gezondheid.
Basissuppletie |
Dagdosering |
Belangrijkste effecten |
Multivitamine-/mineralenpreparaat, met biologisch actieve B-vitaminen |
|
B-vitaminen zijn essentieel voor de koolhydraat- en vetstofwisseling en verlagen de homocysteïnespiegel. |
Vitamine C |
1000 – 3000 mg in 1 – 3 doses verdeeld over de dag innemen. |
Stimuleert de afbraak van cholesterol in galzouten. Helpt de bloedvaten elastisch te houden. |
Vitamine D3 |
25 – 75 mcg, 1 keer per dag (dosis bij voorkeur op geleide van de bloedspiegel). |
Ondersteunt de stofwisseling van koolhydraten en vetten. Verhoogt de weerstand. Bij overgewicht ontstaat er een verhoogde behoefte. |
Vitamine K2 |
90 – 180 mcg, 1 keer per dag. |
Helpt de bloedvaten soepel en elastisch te houden. |
Omega 3-vetzuren EPA/DHA |
1000 mg EPA/DHA, 1 keer per dag liefst bij een vetbevattende maaltijd innemen. |
Verlagen CRP (ontstekingsremmend). Reguleren glucose- en vetstofwisseling. |
Psylliumvezels |
14 gram in 2-3 doses verdeeld over de dag innemen met voldoende water; de dosis geleidelijk opbouwen. |
Stabiliseren de bloedsuikerspiegel. Verlagen TC en verbeteren TC/HDLC-ratio. |
Magnesium(bisglycinaat) als inname via de voeding ontoereikend is |
100 – 200 mg, bij voorkeur verdeeld over de dag innemen. |
Vermindert insulineresistentie. Verlaagt CRP. |
Naast basissuppletie kunnen er aanvullende nutriënten geadviseerd worden om bij de behandeling de nadruk te leggen op een specifieke verstoring.
Aanvullende suppletie bij een verstoord lipidenprofiel
Indien leefstijl-/voedingsadviezen onvoldoende effect hebben op de cholesterolspiegel kan aanvullend rode gist rijst met ubiquinol geadviseerd worden óf kan de inname van psylliumvezels verhoogd worden. Bij een verhoogde tryglyceridenspiegel kan een verhoging van de inname van omega-3 vetzuren overwogen worden.
Nutriënt |
Dagdosering |
Belangrijkste effecten |
Rode gist rijst met ubiquinol |
10 mg monacoline K en 50 mg ubiquinol, 1 keer per dag. |
Verlaagt TC, LDLC en TG. Monacoline K verlaagt de endogene synthese van Q10, aanvulling met Q10 (als ubiquinol) is daarom aan te bevelen. |
Berberine |
500 - 1500 mg |
Verlaagt TC, LDLC en TG. Verhoogt HDLC. |
Groene thee-extract (in fytosomale vorm) |
200 - 400 mg |
Verlaagt TC en LDLC. Stimuleert de vetverbranding. |
Psylliumvezels |
Verhogen tot totaal 28 gram. 2 – 3 doses verdeeld over de dag innemen met voldoende water; de dosis geleidelijk opbouwen. |
Verlagen TC, LDLC en TG. |
Omega 3-vetzuren EPA/DHA |
Verhogen tot totaal 2000 mg EPA/DHA. 1 keer per dag liefst bij een vetbevattende maaltijd innemen. |
Verlagen TG. |
Aanvullende suppletie bij een verhoogd hs-CRP (laaggradige ontsteking)
Bij laaggradige ontstekingen ontstaan vrije radicalen. Suppletie met een vetoplosbare antioxidant, zoals vitamine E, kan oxidatieve stress verminderen. Curcuma kan gesuppleerd worden ter versterking van het antioxidantsysteem en ondersteuning van het immuunsysteem. Verhoging van de inname van psylliumvezels heeft naast een verbetering van het lipidenprofiel, ook een verlagend effect op CRP.
Nutriënt |
Dagdosering |
Belangrijkste effecten |
Vitamine E-complex (tocoferolen en tocotriënolen) |
100 – 200 mg tocoferol equivalenten (TE), 1 keer per dag. |
Sterke vetoplosbare antioxidant. Remt de activering van NF-kB (ontstekingsremmend). |
Quercetine (in fytosomale vorm) |
100 - 200 mg |
Sterke ontstekingsremmer en antioxidant. |
Resveratrol |
250 - 500 mg |
Gaat chronische laaggradige ontsteking tegen. Reguleert de stofwisseling. |
Curcumine (SLCP-vorm) |
400 – 1200 mg (waarvan 80 – 240 mg curcumine), 1 keer per dag. |
Verlaagt het CRP (ontstekingsremmend). Versterkt het antioxidantsysteem. |
Psylliumvezels |
Verhogen tot totaal 28 gram. 2 – 3 doses verdeeld over de dag innemen met voldoende water; de dosis geleidelijk opbouwen. |
Verlagen het CRP. |
Aanvullende suppletie bij een verhoogd HbA1c (insulineresistentie)
Ter regulatie van de bloedglucosespiegel kan kaneelextract, mariadistel of chroom geadviseerd worden. Als er naast insulineresistentie ook tekenen zijn van ontsteking heeft curcuma (SLCP-vorm) de voorkeur. Bij overgewicht en neuropathische klachten is suppletie met R-alfaliponzuur zinvol.
Nutriënt |
Dagdosering |
Belangrijkste effecten |
Kaneelextract |
500 mg (verdeeld in 2 doseringen van 250 mg, elk vóór een maaltijd innemen) |
Verlaagt de bloedglucosespiegel. Verbetert de insulinegevoeligheid. |
Mariadistel (in fytosomale vorm) |
180 - 540 mg |
Verlaagt en stabiliseert de bloedglucosespiegel. |
Chroom |
200 mcg (eventueel startdosering van 400 mcg gedurende 4 maanden), 1 keer per dag. |
Verlaagt en stabiliseert de bloedglucosespiegel. Vermindert insulineresistentie. |
Curcumine (SLCP-vorm) |
400 – 1200 mg (waarvan 80 – 240 mg curcumine). |
Verlaagt de bloedglucosespiegel. Verbetert de insulinegevoeligheid. Ontstekingsremmend. |
R-alfaliponzuur |
100 – 300 mg. |
Sterke antioxidant. Vermindert insulineresistentie. Beschermt de zenuwen. |
Leefstijl- en voedingsadviezen
Voeding en leefstijl bij een metabole ontregeling kenmerken zich vaak door weinig beweging en een voeding rijk aan snel resorbeerbare koolhydraten met een hoge glykemische index, een overmaat aan omega 6-vetzuren en relatief weinig eiwitten. Leefstijladviezen zijn met name gericht op het stimuleren van beweging (zowel aëroob als krachttraining), omdat dit de insulinegevoeligheid verbetert. De voeding dient aangepast te worden, waarbij het mediterraan dieet als voorbeeld kan dienen. De belangrijkste voedingsadviezen zijn:
Wanneer is een herbepaling van het cardio-metabool profiel zinvol?
Verbetering van het cardio-metabool profiel na leefstijlaanpassingen kost tijd. De eerste verbetering zal vermoedelijk optreden in de HbA1c-waarde en is na minimaal 3 maanden meetbaar. Daling van totaal- en LDL-cholesterol en stijging van het HDLduurt doorgaans langer, waardoor herbepaling pas geadviseerd wordt na zes tot twaalf maanden.
Belangrijk
Deze informatie is bestemd voor beroepsbeoefenaren in de (complementaire) gezondheidszorg. Het is de verantwoordelijkheid van de therapeut om te zorgen voor een adequate behandeling op basis van de gegeven analyseresultaten, te controleren op mogelijke interacties met geneesmiddelen en, indien van toepassing, de cliënt bijtijds door te verwijzen naar een huisarts.