Mogelijk gemaakt door:

Behandelprotocol bij laboratoriumuitslag lever- en nierfunctie (bloedtest)

01-10-2020

Algemene informatie
Verstoringen in de leverfunctie kunnen onder andere veroorzaakt worden door een virale infectie, alcoholgebruik en medicatiegebruik zoals NSAID’s, paracetamol, statines, antibiotica en antidepressiva. Tevens gaat overgewicht gepaard met een verhoogde kans op insulineresistentie en/of het metabool syndroom, wat kan leiden tot non-alcoholic fatty liver disease (NAFLD). Om een onderscheid te maken in de aard van de leveraandoening is een bepaling van meerdere markers noodzakelijk. Ontstekingen in de lever gaan in de regel gepaard met een verhoging van de leverenzymen alanine-aminotransferase (ALAT) en aspartaat-aminotransferase (ASAT). ALAT komt hoofdzakelijk voor in de lever, terwijl ASAT ook in andere weefsels voorkomt. Een verhoogde ALAT-activiteit duidt daarom op leverschade, maar ASAT is daarbij meestal ook verhoogd. Indicatoren voor het opsporen van aandoeningen aan de (kleine) galwegen zijn alkalische fosfatase (AF) en gamma-glutamyltransferase (GGT). Waarbij een verhoging van AF tevens een indicatie kan zijn voor verstoringen in de botgezondheid.

Nierfunctiestoornissen kunnen veroorzaakt worden door een nierziekte, diabetes of ouderdom. Een vermindering van de nierfunctie gaat meestal gepaard met een verhoging van de bloeddruk. Andersom kan hypertensie ook nierfunctiestoornissen veroorzaken, evenals atherosclerose en herhaalde nierbekkenontsteking. Om de nierfunctie te bepalen is kreatinine een goede marker, mits er geen sprake is van (beginnende) diabetes. Reeds een geringe verstoring in de nierfunctie leidt al tot een toename van kreatinine in het plasma. Een lever- en nierfunctie bloedtest meet de aanwezigheid van verschillende leverontstekingen en geeft een indicatie voor de nierfunctie.

Testresultaten

Parameter

Optimale waarde

Interpretatie afwijkende waarde

ALAT en ASAT

< 25 U/L (regulier wordt een waarde van respectievelijk < 45 of < 35 U/L gehanteerd)

Een gelijke verhoging van ALAT en ASAT kan duiden op alcohol- en/of medicatiegebruik, auto-immuunontsteking of fibro-inflammatie.

Licht verhoogd ALAT en ASAT (25 – 100 U/L) wijst op insulineresistentie en/of NAFLD (een ferritine-bepaling wordt dan aanbevolen).

Een verhoogd ALAT (> 100 U/L) duidt op een virale leverinfectie.

AF

Leeftijd- en geslachtafhankelijk (richtlijn <120 U/L)

Een verhoging van zowel AF als GGT, maar een normale ALAT en ASAT wijzen op een ontsteking of obstructie van de (kleine) galwegen en/of galblaas.

GGT

< 50 U/L

Kreatinine

Leeftijd-, leefstijl- en geslachtafhankelijk

Bij interpretatie moet er rekening worden gehouden met de hoeveelheid spiermassa. Wanneer kreatinine > 50 µmol/L hoger is dan de verwachte waarde is er sprake van nierfunctieverlies.

Behandelplan
Bij het vermoeden op een medicamenteuze intoxicatie en bij matige en sterk verhoogde waarden (ASAT en/of ALAT > 100 U/L, kreatinine matig of sterk verhoogd) dient terugverwezen te worden naar de huisarts. Omdat leverfunctiestoornissen het gevolg kunnen zijn van een verkeerde leefstijl, bestaat de primaire behandeling uit het bereiken van een goede voeding en leefstijl. Lever- en nierfunctiestoornissen kunnen op termijn ernstige gezondheidsrisico’s met zich meedragen. Het herstel van de lever en de nieren kan daarom verder ondersteund worden met aanvullende suppletie.

Suppletieadvies
Bij verstoringen in de lever- of nierfunctie wordt de volgende basissuppletie geadviseerd met als doel nutriëntentekorten die zijn ontstaan door een ongezonde voeding op te heffen en te voorzien in de verhoogde nutriëntenbehoefte die ontstaat als gevolg van een ontsteking. Basissuppletie kan ook na de behandeling nog ingezet worden ter behoud van een goede gezondheid.

Basissuppletie

Dagdosering

Belangrijkste effecten

Multivitamine-/mineralenprepa-raat, met biologisch actieve B-vitaminen en vitamine K2 (MK-7)

 

B-vitaminen zijn essentieel voor de koolhydraat- en vetstofwisseling.

Vitamine K beschermt de vaatwand, en werkt synergetisch met vitamine D.

Vitamine C

1000 – 3000 mg in 1 – 3 doses verdeeld over de dag innemen.

Sterke antioxidant.

Ondersteunt het immuunsysteem tijdens herstelperiodes. (niet te hoog doseren bij een slechte nierfunctie).

Vitamine D3 (indien nodig ter aanvulling op een multi)

25 – 50 mcg, 1 keer per dag (dosis bij voorkeur op geleide van de bloedspiegel).

Verhoogt de weerstand tegen infecties.

Helpt bij het behoud van gezonde cellen en weefsels.

Omega 3-vetzuren EPA/DHA

1000 mg EPA/DHA, 1 keer per dag liefst bij een vetbevattende maaltijd innemen.

Helpen het immuunsysteem en bevorderen de stabiliteit van het celmembraan.

Naast basissuppletie kunnen er aanvullende nutriënten geadviseerd worden om bij de behandeling de nadruk te leggen op een specifieke verstoring.

Aanvullende suppletie bij leververvetting
Bij verschillende vormen van leverbelasting is mariadistel aangewezen als ‘levertonicum’, bijvoorbeeld bij toxische leverbelasting, (niet) alcoholische leververvetting en acute hepatitis. Bij een belasting met zware metalen kan NAC ondersteuning bieden. Probiotica en curcumine zijn aangewezen bij NAFLD.

Nutriënt

Dagdosering

Belangrijkste effecten

Mariadistel (met fosfatidylcholine)

180 – 540 mg per dag, verdeeld over de dag ingenomen, gedurende 3 – 6 maanden.

Ook bij alcohol en medicatiegebruik (controleer op interacties met medicatie).

Ontstekingsremmend.

N-acetyl-L-cysteïne (NAC)

600 – 1200 mg per dag. Minimaal 1 uur vóór of 2 uur ná een maaltijd innemen.

Ook bij alcohol en medicatiegebruik.

Beschermt tegen weefselschade door vrije radicalen.

Ondersteunt de leverfunctie.

Curcumine (als solid lipid curcumin particles)

400 – 800 mg per dag gedurende 3 – 6 maanden.

Werkt ontstekingsremmend.

Ondersteunt de bloedglucoseregulatie.

Probiotica met de stammen LA-5, BB-12 en LGG

15 miljard cfu per dag. 1 keer per dag bij een maaltijd innemen.

Preventief tegen bacteriële translocatie.

Ondersteunt het afweersysteem.

Ondersteunt de bloedglucoseregulatie.

Aanvullende suppletie bij een virale infectie
AHCC (het gestandaardiseerde extract uit de shiitakepaddenstoel) is onder andere geïndiceerd bij chronische hepatitis. Curcumine ondersteunt het lichaam zeer breed, met effecten op het immuunsysteem en de leverfunctie.

Nutriënt

Dagdosering

Belangrijkste effecten

AHCC

1 – 6 gram per dag, verdeeld over de dag bij een maaltijd ingenomen gedurende 3 maanden.

Balanceert het immuunsysteem door verbetering van zowel de aangeboren als de adaptieve afweer.

Beschermt de lever.

Curcumine (als solid lipid cur-cumin particles)

400 – 1200 mg per dag (waarvan 80 – 240 mg curcumine) gedurende 3 – 6 maanden.

Versterkt het antioxidantsysteem.

Ondersteunt de detoxificatie.

Aanvullende suppletie bij problemen met de galwegen
Bij een ontsteking van de galwegen kan curcumine geadviseerd worden, mits er geen sprake is van obstructie van de galwegen of aanwezigheid van galstenen. Ter preventie van de vorming van galstenen is magnesium geïndiceerd.

Nutriënt

Dagdosering

Belangrijkste effecten

Curcumine (als solid lipid curcumin particles)

400 – 1200 mg (waarvan 80 – 240 mg curcumine) gedurende 3 – 6 maanden.

Werkt ontstekingsremmend.

Stimuleert de galproductie.

Taurine

1,5 – 10 gram per dag, minimaal 1 uur vóór of 2 uur ná een maaltijd ingenomen, gedurende 3 – 6 maanden.

Ondersteunt de vetstofwisseling en galproductie.

Magnesium(bisglyci-naat)

100 – 300 mg per dag.

Ondersteunt de cholesterolstofwisseling.

Aanvullende suppletie ter ondersteuning van de nierfunctie
Bij chronische stoornissen in de nierfunctie kan een extract van groene thee ondersteuning bieden. Als de nierfunctiestoornis gepaard gaat met hypertensie is Cordyceps sinensis geïndiceerd. Functieverlies door ouderdom of het bestaan van metabool syndroom kan ondersteund worden met ubiquinol.

Nutriënt

Dagdosering

Belangrijkste effecten

Cordyceps sinensis

1600 mg per dag bij een maaltijd ingenomen gedurende minimaal 3 maanden.

Ondersteunt de bloeddrukregulatie.

 

Groene thee-extract (met fosfatidylcholine)

600 – 1200 mg per dag (waarvan 75 – 150 mg EGCG). Innemen bij een maaltijd.

Sterke antioxidant.

 

Ubiquinol

50 – 100 mg per dag, bij een maaltijd ingenomen.

Antioxidant.

Ondersteunt het energieniveau.

Leefstijl- en voedingsadviezen
Lever- en nierfunctiestoornissen kunnen het gevolg zijn van een ongezonde voeding en leefstijl. Leefstijladviezen zijn gericht op het stimuleren van beweging, omdat dit gewichtsverlies bevordert. De voeding dient aangepast te worden, waarbij het mediterraan dieet als voorbeeld kan dienen. De belangrijkste voedingsadviezen zijn:

  • Minder eten (met name bij overgewicht).
  • De inname van koolhydraten met een hoge glycemische index verlagen.
  • De inname van groente en fruit verhogen. Minimaal 300 gram groente en 2 stuks fruit per dag.
  • De inname van vezelrijke voeding verhogen.
  • De inname van keukenzout beperken.
  • 1 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht (bij een gezond gewicht). Bij een vegetarische/veganistische voeding dient de eiwitinname verhoogd te worden. (Bij chronische nierziekten de inname van eiwitten beperken).
  • Verbeteren van de vetzuurbalans (omega 6 : omega 3) door de inname van linolzuur te beperken en de visconsumptie te verhogen.
  • Alcoholgebruik staken.

Aanvullende laboratoriumtesten
In sommige gevallen kan het nodig zijn om een aanvullende laboratoriumtest af te nemen, u kunt hierbij denken aan de volgende test:

  • IJzerstatus-bloedtest voor bepaling van het ferritine-gehalte (bij NAFLD).

Wanneer is een herbepaling zinvol?
Verbetering van de lever- en nierfunctie kost tijd. Bij het consequent volgen van leefstijladviezen en de juiste voedingsinterventie is een herpaling zinvol na zes maanden.

Belangrijk
Deze informatie is bestemd voor beroepsbeoefenaren in de (complementaire) gezondheidszorg. Het is de verantwoordelijkheid van de therapeut om te zorgen voor een adequate behandeling op basis van de analyseresultaten, te controleren op mogelijke interacties met geneesmiddelen en, indien van toepassing, de cliënt bijtijds door te verwijzen naar een huisarts.

Terug