17-07-2020
Het nut van suppletie met carotenoïden
Door het toenemende gebruik van computers, tablets en telefoons stellen we onze ogen steeds meer bloot aan blauw licht. Bovendien zijn in huis en op kantoor de gloeilampen en tl-buizen grotendeels vervangen door led-verlichting. Een led-lamp zendt in vergelijking met een gloeilamp of tl-buis meer blauw licht uit en bootst hierdoor beter het daglicht na. Binnen het lichtspectrum heeft blauw licht de kortste golflengte en daardoor een hoge energie (zie figuur 1). In tegenstelling tot uv-licht passeert blauw licht naast het hoornvlies ook de ooglens en dringt diep door tot in het netvlies. Het netvlies bevat lichtgevoelige cellen, de kegeltjes en staafjes, en zenuwcellen die de energie van licht (fotonen) omzetten in impulsen die via de oogzenuw naar de hersenen worden geleid. Bij deze omzetting van lichtenergie in neuronale signalen, de zogeheten fotochemische reactie, worden vrije zuurstofradicalen gevormd die schade toebrengen aan de cellen in het netvlies.
Figuur 1. Het elektromagnetische spectrum.
Carotenoïden
Het centrum van het netvlies wordt de macula lutea, ofwel gele vlek, genoemd. Dit gespecialiseerde deel van het netvlies zorgt voor scherpte en contrast in ons gezichtsveld en het zien van kleuren. Van de circa 700 carotenoïden die in de natuur voorkomen, worden vooral luteïne, zeaxanthine en meso-zeaxanthine in hoge concentraties teruggevonden in de gele vlek. Dit zijn de pigmenten die de gele vlek haar kleur geven. Meso-zeaxanthine komt vooral voor in het centrum van de macula, zeaxanthine het meest in het midden en luteïne aan de randen.
Luteïne en zeaxanthine kunnen niet in het lichaam worden gesynthetiseerd en moeten via de voeding worden ingenomen. Met name groene bladgroenten en rood en geel fruit, maar ook onder andere tarwe en mais bevatten luteïne en, in mindere mate, zeaxanthine. Eidooiers bevatten relatief lage hoeveelheden luteïne en (meso-)zeaxanthine, die echter goed opgenomen kunnen worden als gevolg van de in eidooiers aanwezige vetten. In eerste instantie werd gedacht dat meso-zeaxanthine nauwelijks voorkomt in voeding en alleen in de macula gesynthetiseerd wordt uit luteïne. Later ontdekte men dat het aanwezig is in bepaalde vissen, in Tagetes erecta (het afrikaantje) en, interessant genoeg, ook in sommige supplementen die volgens het label geen meso-zeaxanthine bevatten.(1)
De dagelijkse inname bij een westers dieet wordt geschat op 1,0-3,6 mg luteïne en circa 0,1 mg zeaxanthine. Suppletie met deze carotenoïden verhoogt aantoonbaar de concentratie luteïne en zeaxanthine in het bloed.(2,3) Ook wordt hierbij een toename van de ‘macular pigment optical density’(MPOD), een indicatie voor de dichtheid van het maculapigment, gezien.(4) Een supplement dat alle drie de carotenoïden bevat, bleek effectiever in het verhogen van de MPOD en de bloedconcentraties dan een supplement met luteïne en zeaxanthine zonder meso-zeaxanthine.(4)
Oogschade
Met name licht met een golflengte van 415-455 nm leidt tot de vorming van vrije zuurstofradicalen in de cellen van het netvlies. Uiteindelijk veroorzaakt dit celschade en celdood. Verondersteld wordt dat deze processen een rol spelen in de ontwikkeling van leeftijdsgerelateerde maculadegeneratie (LMD), een progressieve aandoening van het netvlies en een veelvoorkomende oorzaak van blindheid. Dieronderzoek laat zien dat langdurige blootstelling aan blauw licht de cellen in het netvlies beschadigt.(5) In enkele humane epidemiologische studies is een verband aangetoond tussen blootstelling aan zonlicht en LMD, maar de resultaten zijn niet altijd eenduidig.(6,7)
Carotenoïden in planten zijn onderdeel van de bladgroenkorrels die de plant beschermen tegen de negatieve gevolgen van licht tijdens de fotosynthese. Het zijn krachtige antioxidanten, die ook het oog kunnen beschermen tegen licht en zodoende tegen veroudering. Er is toenemend bewijs dat maculapigmenten belangrijk zijn voor het behoud van het gezichtsvermogen door hun vermogen blauw licht te filteren en vrije zuurstofradicalen weg te vangen (zie figuur 2). Vanwege deze eigenschappen worden carotenoïden onderzocht bij gezonde proefpersonen en bij mensen met beginnende LMD.
Figuur 2. Het absorptiespectrum van de maculapigmenten luteïne en zeaxanthine.
Wetenschappelijk onderzoek
De uitkomsten van een groot observationeel onderzoek in de Verenigde Staten toonden aan dat een hogere inname van luteïne en zeaxanthine via de voeding het risico op ernstige LMD verlaagt. Het betrof hier meer dan 100.000 gezonde proefpersonen van 50 jaar en ouder die gedurende circa 25 jaar zijn gevolgd.(8) In een ander onderzoek (Age-Related Eye Disease Study 2) bij ruim 4.000 proefpersonen met LMD verlaagde suppletie van 10 mg luteïne en 2 mg zeaxanthine significant het risico op progressie van LMD.(9)
De interventie in het zogenoemde LAMA (Lutein, Vision and Mental Acuity) II-onderzoek omvatte suppletie met luteïne, zeaxanthine en meso-zeaxanthine in 2 verschillende doseringen gedurende 12 maanden. De 59 proefpersonen waren jonge, gezonde vrijwilligers; 24 van hen kregen 10 mg luteïne, 1 mg zeaxanthine en 1 mg meso-zeaxanthine, 25 personen kregen 20 mg luteïne, 2 mg zeaxanthine en 2 mg meso-zeaxanthine en 10 een placebo. Met beide doseringen verbeterden de visuele prestaties aanzienlijk in vergelijking met placebo. Men zag een sneller herstel van de lichtgevoeligheid en een hogere drempel voor contrastverlies door strooilicht en een toename van de MPOD ten opzichte van proefpersonen die placebo kregen.(3).
De B.L.U.E-studie (een acroniem voor Blue Light User Exposure) onderzocht of maculapigmenten de schadelijke effecten van blauw licht kunnen verminderen. Achtenveertig gezonde studenten die minstens 6 uur per dag voor een scherm doorbrachten, werden willekeurig en geblindeerd in twee groepen verdeeld. Een groep van 35 personen kreeg een supplement met luteïne, zeaxanthine en meso-zeaxanthine (totaal 24 mg in een verhouding van 83%:10%:7%), de overige 13 kregen een placebo. Na 3 en na 6 maanden werd de MPOD gemeten. Hieruit bleek dat de MPOD bij de studenten die het supplement kregen significant was toegenomen ten opzichte van het uitgangsniveau, terwijl dit bij studenten in de placebogroep niet het geval was.(10) Ook zagen de onderzoekers een significante verbetering van onder meer de contrastgevoeligheid en het herstel van de lichtgevoeligheid.
Onderzoeksresultaten die het gebruik van luteïne, zeaxanthine en meso-zeaxanthine voor het bevorderen van de ooggezondheid ondersteunen, zijn veelbelovend. Wat precies de langetermijneffecten van blootstelling aan blauw licht zijn, is nu nog niet duidelijk. Wel is duidelijk dat het gebruik van schermen, al op jongere leeftijd, drastisch toeneemt. In dit licht is het goed om onze ogen zoveel mogelijk te beschermen.
Literatuur