Mogelijk gemaakt door:

Onderzoek visolie- en krillolie-supplementen; even goed opneembaar

28-09-2015

Omega 3-vetzuren uit visolie hebben een vergelijkbare biologische beschikbaarheid als uit krillolie

Er zijn veel verschillende supplementen op de markt met de voor onze gezondheid zo belangrijke omega 3-vetzuren EPA en DHA . Dergelijke producten worden door een groot aantal mensen gebruikt om te kunnen voldoen aan het advies van de Gezondheidsraad om dagelijks 450 mg omega 3-vetzuren (EPA/DHA) te consumeren. Veel mensen eten namelijk onvoldoende vette vis om aan deze hoeveelheid te komen. Daarnaast worden de hoger gedoseerde omega 3-supplementen vaak ingezet bij uiteenlopende aandoeningen vanwege hun bewezen therapeutische werking.

Er is veel discussie over welke vorm van omega 3-vetzuren het meest effectief is om te gebruiken. De meeste studies zijn gedaan met EPA en DHA uit visolie. Maar ook krillolie als bron van omega 3-vetzuren heeft de afgelopen jaren aan populariteit gewonnen. Een van de argumenten om over te stappen op krillolie is de vermeende hogere biologische beschikbaarheid ervan. Maar is dit inderdaad zo?

Een studie uit 2015 toont aan dat het verschil in biologische beschikbaarheid niet significant lijkt te zijn. Bij deze dubbelblinde, gerandomiseerde studie namen 66 gezonde vrijwilligers gedurende een looptijd van 4 weken dagelijks 6 capsules met in totaal 816 mg EPA en 522 mg DHA. Deze personen werden verdeeld over 3 groepen van elk 22 personen. Eén groep nam EPA/DHA uit visolie in ethylestervorm, de tweede groep nam EPA/DHA uit visolie in triglyceridenvorm, de laatste groep nam EPA/DHA uit krillolie (waarvan 44% in fosfolipidenvorm en 40% in triglyceridenvorm; een gebruikelijke samenstelling bij krillolieproducten). Uniek aan de studieopzet is dat de onderzoekers, in tegenstelling tot eerdere studies, dezelfde doseringen EPA en DHA per groep toedienden verdeeld over hetzelfde aantal capsules, onafhankelijk van de bron van de omega 3-vetzuren. Op deze manier kan vanzelfsprekend een meer betrouwbare vergelijking gemaakt worden. Bovendien werd bij deze studie onder andere het percentage EPA/DHA in rode bloedcellen (de zogenaamde omega 3-index) bepaald wat een betere maat is voor biologische beschikbaarheid op de wat langere termijn dan de meer gebruikelijke plasmaspiegels.

Na 4 weken werden vergelijkbare plasmaspiegels en percentages EPA/DHA in rode bloedcellen gemeten in alle drie de groepen. Het verschil dat gevonden werd (minder dan 14% verschil tussen de verschillende groepen in de omega 3-index na 4 weken), bleek statistisch niet significant. De onderzoekers konden niet uitsluiten dat krillolieproducten met een veel hoger percentage fosfolipiden dan gebruikelijk (tot 80%) zouden kunnen zorgen voor een significant betere biologische beschikbaarheid ten opzichte van visolie (als ethylesters en triglyceriden). De meeste gangbare krillolieproducten bevatten tussen de 40 en 45% fosfolipiden. Meer onderzoek moet uitwijzen of dat het geval is en indien ja, of de opneembaarheid dan zoveel beter is dat het de veel hogere prijs van krillolie vergeleken met visolie rechtvaardigt. Op dit moment lijkt de conclusie te zijn dat visolie net zo goed werkt en nog steeds de voordeligste optie is. Zeker als men therapeutische doseringen van 1-3 gram EPA/DHA adviseert. 

Referentie:

Similar eicosapentaenoic acid and docosahexaenoic acid plasma levels achieved with fish oil or krill oil in a randomized double-blind four-week bioavailability study. Karin Yurko-Mauro1 et al. Lipids in Health and Disease 2015, 14:99  doi:10.1186/s12944-015-0109-z. http://www.lipidworld.com/content/14/1/99

Terug